In deze e-cursus leer je in drie uur over de juridische aspecten van ESG. Met heldere theorie, sprekende voorbeelden en beknopte webcolleges krijg je uitleg over de SFDR, CSRD en Taxonomieverordening.
In Europese wet- en regelgeving worden in toenemende mate ESG-due diligenceverplichtingen opgenomen. Voorbeelden daarvan zijn onder andere te vinden in de Ontbossingsverordening en de Batterijverordening. Organisaties die met deze verplichtingen aan de slag willen gaan, stuiten steeds vaker op de onvoorspelbaarheid van de Europese wetgever. Zo wordt de Ontbossingsverordening mogelijk wederom met een jaar uitgesteld. In dit artikel leggen we uit hoe u kan omgaan met onzekerheden rondom ESG-due diligenceverplichtingen.
Zowel de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD), de Ontbossingsverordening en de Batterijverordening bevatten zogenoemde zorgvuldigheidsverplichtingen (“due diligenceverplichtingen”), die toezien op de (waarde)keten van de onderneming. Het implementeren van due diligenceverplichtingen vraagt om een aanzienlijke investering in tijd, geld en middelen. Acteert de onderneming niet op tijd, dan loopt zij het risico niet compliant te zijn. Wanneer de reikwijdte en de verplichtingen van voornoemde wetgeving vervolgens verandert, kan dit ertoe leiden dat investeringen verloren gaan. Hieronder geven we een aantal voorbeelden ter illustratie*.
Autofabrikant ABV voert voor de productie van auto’s rubberen banden in vanuit China. Omdat de autobanden een afgeleide product zijn van rubber, kan het zijn dat de Autofabrikant A aan bepaalde due diligenceverplichtingen moet voldoen onder de Ontbossingsverordening. Deze regelgeving geldt onder andere voor runderen, cacao, koffie, palmolie, rubber, soja en hout. Ook producten die deze grondstoffen bevatten, ermee geproduceerd zijn of ermee zijn gevoerd, zoals bonen, boeken, noten, boter, vlees én banden – vallen onder de reikwijdte van de verordening.
Onderneming BBV is een internationaal voedingsmiddelenbedrijf dat zich richt op de productie van vlees en plantaardige alternatieven. Onderneming B heeft een omzet van meer dan € 450 miljoen en meer dan 1000 medewerkers en valt daarom (momenteel nog) onder de reikwijdte van de CSDDD. Dit houdt in dat onderneming B een due diligencebeleid moet integreren in het risicomanagementsysteem van de onderneming. Onder de CSDDD houdt dit in dat onderneming B BV de negatieve effecten op het gebied van mens en milieu moet identificeren en mitigeren. Omdat onderneming B vlees verwerkt, waaronder rundvlees, kan onderneming B met aanvullende due diligenceverplichtingen te maken krijgen onder de Ontbossingsverordening (zie voorbeeld hierboven).
Onderneming C BV fabriceert batterijen voor energieopslagsystemen die geleverd worden in Nederland en andere lidstaten in Europa. Doordat onderneming C BV een onderneming is die batterijen op de Europese markt brengt, moet de onderneming op grond van de Batterijverordening mogelijk een due diligencebeleid hebben en uitvoeren, met name voor specifieke grondstoffen zoals kobalt, nikkel en grafiet.
Autofabrikant A BV, Onderneming B BV of Onderneming C BV staan allen voor de vraag of ze moeten starten met de implementatie van de due diligenceverplichtingen of wachten op meer duidelijkheid vanuit de Europese wetgever. De recente ontwikkelingen hebben uitgewezen dat het Europese proces onvoorspelbaar is. Zo is de due diligenceverplichting onder de Batterijverordening onlangs uitgesteld met twee jaar (voldoen per augustus 2027) en is op Europees niveau inmiddels voorgesteld om de Ontbossingsverordening – die ingaat op 30 december 2025 – wederom met een jaar uit te stellen. Ten aanzien van de CSDDD is voorgesteld dat alleen bedrijven met een omzet van 1,5 miljard en 5000 werknemers onder de reikwijdte gaan vallen. Dat kan in het genoemde voorbeeld betekenen dat onderneming B BV mogelijk niet langer onder de reikwijdte van de CSDDD valt, maar mogelijk nog wel onder de Ontbossingsverordening.
Door bedrijfsprocessen zo in te richten dat due diligenceverplichtingen direct binnen deze processen geïntegreerd kunnen worden, zijn ondernemingen beter in staat om flexibel te reageren op veranderingen in ESG-wet- en regelgeving. Dit voorkomt dat voor elke nieuwe due diligenceverplichting een uitgebreid implementatietraject nodig is. Hetgeen tijd, geld en middelen bespaart. Bovendien stelt deze aanpak ondernemingen óók in staat om efficiënter te reageren op ESG-vragen van klanten en hun eigen duurzaamheidsdoelstellingen, bijvoorbeeld op het gebied van duurzame inkoop, breder te verankeren. Ondernemingen kunnen zo de regie behouden over ESG in hun (waarde)keten, waaronder van toepassing zijnde ESG-due diligenceverplichtingen.
Bij BDO helpen we u bij het in kaart brengen van de verschillende ESG-due diligenceverplichtingen waaraan u moet voldoen. We ondersteunen u bij het gericht up-to-date houden van uw verplichtingen, zodat u de juiste stappen kan zetten richting compliance. Daarnaast kunnen we u voorzien van advies en operationele ondersteuning bij het inrichten van bedrijfsprocessen om ESG-due diligenceverplichtingen op een zo efficiënt mogelijke manier te implementeren binnen uw onderneming. Hiermee wordt voorkomen dat elke keer “het wiel opnieuw uitgevonden moet worden” bij veranderingen in ESG-verplichtingen. Behoefte aan een vrijblijvend gesprek? Neem contact op via ons contactformulier.
*Naast de in de voorbeelden genoemde due diligenceverplichtingen bevat de genoemde ESG-wet- en regelgeving nog meer verplichtingen waar een onderneming die onder de reikwijdte valt rekening mee
moet houden.
