Met de toenemende digitalisering van de economie en de snelle groei van de markt voor cryptoactiva, heeft de Europese Unie (EU) maatregelen genomen om fiscale transparantie te verbeteren en belastingontduiking tegen te gaan. Dit heeft, onder andere, geleid tot de introductie van Richtlijn (EU) 2023/2226, beter bekend als DAC8 (de zevende wijziging van de Directive on Administrative Cooperation, de richtlijn die ziet op de samenwerking tussen Europese belastingautoriteiten). De Nederlandse implementatie van DAC8, vastgelegd in het Wetsvoorstel implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling cryptoactiva, moet uiterlijk op 1 januari 2026 in werking treden.

DAC8 introduceert een rapportageverplichting voor aanbieders van cryptoactivadiensten. Deze nieuwe regels zijn gebaseerd op het wereldwijde Crypto-Asset Reporting Framework (CARF) van de OESO. Door het grensoverschrijdende karakter van cryptoactivadiensten was het voor belastingautoriteiten moeilijk te controleren of belastingplichtigen belastingwetten naleefden. Het doel van DAC8/CARF is om het zicht van belastingautoriteiten te verbeteren, door verplichte automatische uitwisseling van fiscale gegevens over cryptoactivatransacties, tussen de EU-lidstaten en partnerlanden buiten de EU waarmee CARF-afspraken zijn gemaakt.
De nieuwe verplichtingen richten zich primair op rapporterende aanbieders van cryptoactivadiensten. Deze groep bestaat uit twee typen:
Daarnaast zijn de regels uiteraard relevant voor gebruikers van cryptoactiva en hun uiteindelijk belanghebbenden, van wie gegevens zullen worden verzameld, gerapporteerd en uitgewisseld met andere landen.
Vanaf 1 januari 2026 worden rapporterende aanbieders verplicht om gegevens en inlichtingen over hun gebruikers en transacties te verzamelen, te verifiëren en te rapporteren. Dit geldt niet alleen voor grensoverschrijdende situaties. Ook binnenlandse transacties moeten worden gerapporteerd.
Om dubbele rapportage te voorkomen, zijn er uitzonderingen. Indien een aanbieder al gelijkwaardige informatie rapporteert in een andere EU-lidstaat of in een ‘gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied’ waarmee Nederland in het kader van CARF heeft afgesproken om inlichtingen uit te wisselen, dan hoeft de aanbieder in Nederland niet te rapporteren over die specifieke transacties of gebruikers.
De rapportageverplichting omvat gegevens en inlichtingen over de aanbieder zelf, de gebruikers van de cryptoactivadiensten en de uitgevoerde transacties. Kort samengevat moet de volgende informatie worden verzameld en gerapporteerd:
Voor aanbieders van cryptoactivadiensten is nu actie vereist, aangezien de wet per 1 januari 2026 in werking treedt. De eerste rapportage over het kalenderjaar 2026 moet uiterlijk 31 januari 2027 bij de Belastingdienst worden ingediend.
Bepaald zal moeten worden of een aanbieder onder de definitie van "rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten" valt. Als dat het geval is, dan zal de vereiste informatie over bestaande en nieuwe gebruikers moeten worden verzameld en geverifieerd. De due diligence-procedure moet voor bestaande gebruikers uiterlijk op 1 januari 2027 zijn voltooid. De verplichting tot het verzamelen en verifiëren van de benodigde gegevens, inclusief de eisen waaraan de eigen verklaring moet voldoen, zal nog worden vastgelegd in een algemene maatregel van bestuur (AMvB). Exploitanten van cryptoactiva die in Nederland moeten rapporteren, moeten zich uiterlijk 31 januari 2027 registreren bij de Minister van Financiën.
De rapportage vereist dat alle individuele transacties gedurende een jaar nauwkeurig worden geregistreerd, gecategoriseerd, de waarde wordt vastgesteld (indien nodig omgerekend naar één fiduciaire valuta op het moment van de transactie), en dat deze informatie vervolgens correct wordt samengevoegd in de juiste rubriek. Er zullen dus systeemaanpassingen nodig zijn om de vereiste data te verzamelen en de rapportages digitaal aan te leveren.
Natuurlijke personen van wie gegevens worden verzameld en gerapporteerd, moeten – in het kader van de wetgeving over gegevensbescherming - tijdig (vóór de rapportage) in kennis worden gesteld van deze verwerking.
Het opzettelijk of grofschuldig niet voldoen aan deze verplichtingen kan leiden tot een bestuurlijke boete van ten hoogste € 1.030.000 (bedrag 2025). In ernstige gevallen kan strafrechtelijk worden opgetreden.
DAC8 markeert een volgende stap in steeds verdergaande internationale fiscale transparantie. Voor compliance officers betekent dit niet alleen het volgen van nieuwe rapportageverplichtingen, maar vooral het borgen van gegevenskwaliteit, procesintegriteit en privacybescherming binnen de organisatie. Vroegtijdige voorbereiding - van systeemaanpassingen tot het trainen van medewerkers - zal bepalend zijn voor een soepele implementatie. DAC8 biedt niet alleen een nieuwe verplichting, maar ook een kans om de compliancefunctie te versterken en de organisatie toekomstbestendig te maken in een steeds transparanter fiscaal landschap.
Dit artikel is geschreven door Paul Halprin en Mart Homan (beide Halprin Law)
