Menu

Filter op
content
PONT | Governance

0

Nederlandse belastingwijzigingen met het oog op duurzaamheid: een overzicht

23 april 2025

Gegeven de huidige stand van zaken, wordt 2025 het jaar waarin de wereld onvermijdelijk afkoerst op duurzame ontwikkeling en het belastinglandschap parallel mee verandert. Met een grote verscheidenheid aan initiatieven op regionaal, nationaal en internationaal niveau is het een fundamentele stap voorwaarts in het creëren van een duurzamer ondernemersklimaat. 

Regeringen bieden meer ondersteuning op het gebied van groene investeringen dan ooit tevoren. Als bedrijf, particulier of als hele sector kan het een uitdaging worden om het overzicht te bewaren. Daarom heeft Grant Thornton een beknopt overzicht samengesteld van de huidige belastingwetgeving, de recente en aankomende wijzigingen op het gebied van duurzaamheid die de grootste gevolgen hebben.

Energie en investeringen

SDE ++ (Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie)

De onlangs aangekondigde SDE++-ronde van 2025, met een budget van 8 miljard euro, blijft de productie van hernieuwbare energie en de klimaattransitie stimuleren door grootschalige hernieuwbare installaties en emissie reducerende initiatieven te financieren. Dit omvat ook nieuwe mogelijkheden voor DAC (Direct Air Capture) en waterstof uit afval. In recente verklaringen wordt een meer gedefinieerd beoordelingskader voor de geschiktheid van initiatieven gesuggereerd, waarmee wordt bereikt dat projecten - van warmtepompen en zonnepanelen tot kleinschalige windturbines en volledige verwarmingsnetwerken - aan duidelijke criteria voldoen.

Milieu-investeringsaftrek (MIA) en Vamil

Bedrijven kunnen gebruik maken van de zogenaamde MIA en Vamil. In 2025 maakt de MIA een aftrek van maximaal 45% van de investeringskosten mogelijk, terwijl de Vamil (Willekeurige afschrijving milieu-investeringen) versnelde afschrijvingen van maximaal 75% toestaat. Deze uitgebreide prikkels zijn bedoeld om de kapitaalefficiëntie te verhogen en strategische investeringen in duurzame en milieuvriendelijke technologieën aan te moedigen, terwijl ook de (vennootschaps)belastingplicht op het niveau van de investeerder wordt verlaagd.

Energie-investeringsaftrek (EIA)

In 2025 kunnen bedrijven die investeren in schone energie en energie-efficiëntie 40% van de in aanmerking komende investeringskosten aftrekken van de belastbare winst onder de zogenaamde EIA-regeling. Deze stimulans verlaagt de operationele kosten en ondersteunt innovatie op het gebied van energie-efficiëntie, een belangrijke factor voor het verbeteren van de EBITDA-marges.

Beleid voor duurzame bedrijventerreinen en ondernemerschap

Nieuw beleid, dat vanaf begin 2025 van kracht is, biedt subsidies en belastingverminderingen aan bedrijven die gemeenschappelijke, duurzame ecosystemen ontwikkelen in bedrijvenparken en bedrijfsterreinen. Daarnaast zullen er vanaf juli 2025 gerichte fiscaal verrekenbare tegoeden beschikbaar zijn voor start-ups en scale-ups die zich richten op duurzame technologieën, waardoor de gemeenschapsgerichte groei op lange termijn wordt versterkt.

Duurzame bouw

Vanaf het derde kwartaal van 2025 zijn projectontwikkelaars en bouwbedrijven verplicht om duurzame bouwpraktijken toe te passen. Deze regels verplichten het gebruik van circulaire bouwmethoden (zoals het hergebruik van bouwmaterialen) en de integratie van hernieuwbare energiesystemen. Dit initiatief is erop gericht om de ecologische voetafdruk van nieuwbouwprojecten aanzienlijk te verminderen.

Afzonderlijk tarief waterstofbelasting

Met ingang van 2026 zal een afzonderlijk, lager belastingtarief voor waterstof worden ingevoerd (parallel met fossiele brandstoffen, waarvoor momenteel een tarief geldt van ongeveer € 0,70/m3), waardoor de kostenstructuur van waterstof dichter bij die van hernieuwbare energiebronnen komt te liggen. Hoewel de implementatie is gepland voor begin 2026, worden bedrijven aangemoedigd om al in 2025 te beginnen met strategisch plannen om te kunnen profiteren van deze competitieve aanpassing.

Salderingsregeling

De salderingsregeling voor huishoudens en kleinere bedrijven zal eind 2027 worden afgeschaft, wat een verschuiving teweeg zal brengen naar een grotere afhankelijkheid van oplossingen voor energieopslagsystemen. Van 2027 tot en met 2030 zal elk overschot aan elektriciteit dat aan het net wordt teruggeleverd, worden gecompenseerd tegen een tarief van ten minste 50% van het basisleveringstarief. Deze maatregel verplicht huiseigenaren en kleine bedrijven om financieringsopties en strategieën voor risicobeheer opnieuw te beoordelen.

In het licht van deze ontwikkeling moet worden benadrukt dat particulieren sinds 2024, onder bepaalde specifieke voorwaarden, 21% btw kunnen aftrekken van een investering in een batterij voor energieopslag thuis.

Uitbreiding van windenergie

De doelstelling voor offshore windenergie is nu vastgesteld op 50 GW in 2040, met ambities om 70 GW te bereiken in 2050. Dit versnelde uitbreidingsplan zal naar verwachting leiden tot aanzienlijke juridische en financiële implicaties voor projectontwikkelaars en investeerders.

Mobiliteit en transport

Accijnzen op fossiele brandstoffen

In 2025 zullen gebruikers van fossiele brandstoffen profiteren van tijdelijk verlaagde accijnzen:
  • € 0,79/liter voor benzine,
  • € 0,52/liter voor diesel en
  • € 0,19/liter voor LPG.

    Er moet echter worden gewaarschuwd dat hoewel deze prijsverlagingen de kostendruk op korte-termijn verlichten, zij de overgang naar schonere energiebronnen kunnen vertragen als deze niet gepaard gaan met langetermijnbeleid gericht op decarbonisatie.

    Belasting op emissievrije auto's

    Vanaf 2025 zullen emissievrije voertuigen niet langer volledig belastingvrij zijn, maar zullen de eigenaren ervan een motorrijtuigenbelasting van 75% van het standaardtarief moeten betalen. Verwacht wordt dat deze verandering (die gericht is op het harmoniseren van de fiscale behandeling van verschillende voertuigtypes) de voorkeur van de consument zal doen verschuiven en de markttransitie naar volledig duurzame mobiliteitsopties zal versnellen.

    Korting op aardgasbelasting

    De energiebelasting op aardgas wordt in 2025 met 4% verlaagd, waardoor gebruikers van fossiele brandstoffen op korte termijn ontlast worden. Toch is voorzichtigheid geboden, want deze maatregel moet worden gecompenseerd door vergaande stimuleringsmaatregelen voor hernieuwbare energie om langdurige afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te voorkomen.

    Afschaffing van BPM voor bedrijfswagens / kleine vrachtwagens

    De vrijstelling BPM (belasting op personenauto's en motorrijwielen) voor bedrijfswagens en kleine vrachtwagens is in 2025 afgeschaft. Het tarief wordt gebaseerd op de CO₂-uitstoot. Als de CO₂-waarden onbekend zijn, zal de belastingdienst de uitstoot vaststellen op 330 gr/km. Het tarief is vastgesteld op € 74,41 per gr/km. Dit geeft een aanzienlijke prikkel om over te schakelen op een elektrische of waterstofaangedreven wagenpark.

    Kaart voor openbaar vervoer

    Vanaf 2025 kunnen werkgevers een belastingvrije Ov-kaart verstrekken aan werknemers zonder onderscheid tussen privé- en zakelijk gebruik. Verwacht wordt dat deze maatregel de congestie in steden zal verminderen en duurzaam woon-werkverkeer zal bevorderen.

    Heffingen op plastic, diesel en vliegreizen

    Vanaf juli 2025 worden er nieuwe belastingmaatregelen ingevoerd voor sectoren zoals verpakking (plastic), het gebruik van dieselbrandstof en vliegreizen om milieuschadelijk gedragte ontmoedigen. Deze maatregelen omvatten een oplopende heffing op plastic voor eenmalig gebruik en een toeslag op dieselbrandstof die tot 2028 jaarlijks met 5% zal stijgen. Bovendien zal voor vluchten vanaf augustus 2024 een extra milieubelasting van € 29,40 per vertrekkende reiziger in rekening worden gebracht.

    Industriële emissies en sectorspecifieke heffingen

    CO₂-belasting voor energie-intensieve industrieën

    De CO₂-belasting voor energie-intensieve industrieën zal gestaag stijgen met € 12,84 per jaar tot 2028. Dit biedt een voorspelbaar raamwerk waarmee langetermijnstrategieën voor decarbonisatie van de economie worden ondersteund.

    Tuinbouwheffingen

    Glastuinbouwbedrijven krijgen te maken met hogere heffingen (maximaal € 14,60 per ton uitgestoten CO₂) om hiermee investeringen in energie-efficiënte technologieën en alternatieve verwarmingsmethoden te stimuleren. Dit beleid zal naar verwachting de aanzet zijn tot innovatieve oplossingen in de sector.

    Afschaffing vrijstelling belasting op steenkool en afvalverbrandingsheffing

    In 2027 wordt de belastingvrijstelling voor kolen afgeschaft, waardoor kolen een minder aantrekkelijke optie wordt voor energieproductie. Tegelijkertijd krijgen bedrijven die afval verbranden te maken met hogere heffingen van € 39,70 per ton, om recycling en hergebruik te bevorderen. Deze twee maatregelen zijn gericht op een versnelde verschuiving naar schonere energie en afvalbeheer.

    Internationale (EU-Omnibus) rapportagevoorstellen

    Op 26 februari heeft de Europese Commissie (EC) een wetsvoorstel gepubliceerd om deze duurzaamheidsregels fors aan te passen: het Omnibus vereenvoudigingspakket. Het Europees Parlement stemde op 3 april 2025, met grote meerderheid, in met het ‘Stop-the-clock’-gedeelte van het Omnibus-wetsvoorstel. Er waren 531 stemmen voor, 69 stemmen tegen en 17 onthoudingen.

    ‘Stop-the-clock’ betreft het uitstel van de verplichte duurzaamheidsrapportage (CSRD) met twee jaar. Dit houdt in dat grote ondernemingen, die geen organisatie zijn van openbaar belang (oob), vanaf het boekjaar 2027 verplicht rapporteren over CSRD, en beursgenoteerde MKB vanaf het boekjaar 2028. Daarmee zijn ook grote ondernemingen niet verplicht om over het boekjaar 2025 te rapporteren voor de CSRD. Daarnaast een uitstel van één jaar (van 2027 naar 2028) voor de richtlijn voor passende maatregelen in de waardeketen op het gebied van mensenrechten en milieu (CSDDD).

    Het Europees Parlement, de Europese Raad en de Europese Commissie zitten met de stemming op 3 april op één lijn met het voorgestelde uitstel. Het is daarom te verwachten dat de definitieve wettekst vrij snel beschikbaar komt. Dit kan ook invloed hebben op het versnellen van het implementatietraject van de CSRD binnen de nationale wetgeving (deadline 31 december 2025). De stemming over de ‘stop-the-clock’ geeft organisaties en investeerders meer inzicht wanneer zij verslag moeten uitbrengen en geeft ruimte om extra tijd zinvol te benutten. Voor meer informatie wat dit uitstel betekent verwijzen we naar onze Omnibus artikelen.

    CBAM (Carbon Border Adjustment Mechanism, mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens)

    Importeurs van goederen geproduceerd met een hoge uitstoot van CO2, zoals staal, cement en aluminium, zullen te maken krijgen met hogere kosten als gevolg van de CBAM, ontworpen om verminderde uitstoot van koolstofdioxide in mondiale toeleveringsketens te stimuleren. Bedrijven moeten hun inkoopstrategieën opnieuw evalueren om concurrerend te blijven. Het recente voorstel van de EU-Omnibus heeft als doel de naleving voor kleinere importeurs te vereenvoudigen en omvat de invoering van een vrijstelling van 50 ton/jaar (in plaats van een drempel van 150 euro). Naar schatting zullen ongeveer 182.000 importeurs daarom worden vrijgesteld van de rapportageverplichtingen voor hun invoer van kleine hoeveelheden. Een volledige herziening van de CBAM vindt plaats in de loop van 2025, gevolgd door een wetsvoorstel begin 2026.

    Ontbossingsverordening van de EU (EUDR)

    Op grond van de EU-ontbossingsverordening (EUDR), die vanaf eind december 2025 van kracht is voor grote bedrijven, moeten bedrijven nu zorgvuldigheidseisen invoeren bij de invoer van landbouwproducten zoals vee, palmolie, soja, cacao, koffie, rubber en hout plus de daarvan afgeleide producten zoals leer, chocolade en producten op basis van verwerkte palmolie. Deze maatregelen vereisen traceerbaarheid in de toeleveringsketen en risicobeoordelingen om ervoor te zorgen dat geïmporteerde goederen niet hebben bijgedragen aan ontbossing. In het licht van het voorstel van de EU-Omnibus kan niet worden uitgesloten dat de traceerbaarheid in de toeleveringsketen wordt beperkt tot de directe leveranciers. Zoals de zaken er nu voorstaan, wijzen de richtlijnen voor de sector er echter op dat kleinere bedrijven die zich halverwege 2026 niet hebben aangepast, aanzienlijke marktrisico's (zoals boetes) en reputatieschade kunnen oplopen.

    Slotopmerkingen

    Nederland luidt een nieuw tijdperk in van duurzame groei in belastinghervormingen en leidt onze samenleving naar een groenere toekomst. De meest in het oog springende veranderingen hebben betrekking op het faciliteren van stimulerende maatregelen, rapportageverplichtingen om aan te sluiten bij de internationale normen en diverse nieuwe heffingen die voornamelijk gericht zijn op emissiereductie.

    Lees hier de versie op de website van Grant Thornton
  • Artikel delen

    Reacties

    Laat een reactie achter