In reactie op de motie-Stultiens (GroenLinks-PvdA) heeft het kabinet de opties geïnventariseerd voor het vergroten van transparantie rondom de belastingafdracht van multinationals. De Kamer verzocht hiermee om meer inzicht, zodat maatschappelijk debat over belastingmoraal mogelijk wordt en belastingontwijking effectief kan worden bestreden.
Het kabinet wijst op recente stappen door het bedrijfsleven zelf, zoals de Tax Governance Code van VNO-NCW. Deze gedragscode, inmiddels onderschreven door grote internationale bedrijven en verwacht ook van staatsdeelnemingen, verplicht tot openheid over belastingverplichtingen en -afdracht. Daarnaast geldt voor multinationals in de EU met een omzet boven 750 miljoen euro de verplichting tot openbare country-by-country reporting (CbCR), waardoor winst- en belastinggegevens per land openbaar moeten worden gemaakt. De eerste rapportage over het boekjaar 2025 dient uiterlijk 31 december 2026 gedeponeerd te worden in het handelsregister. Daarmee wordt volgens het kabinet reeds aanzienlijk meer openheid afgedwongen bij bedrijven.
De motie vroeg ook aandacht voor openbaarmaking van belastinggegevens door de overheid. Het kabinet benadrukt jaarlijks een monitoringsbrief naar de Kamer te sturen over de effecten van maatregelen tegen belastingontwijking, en publiceert jaarlijks een lijst van opmerkelijke belastingconstructies met bijbehorende aanpak bij de Voorjaarsnota. Echter, het kabinet stelt vast dat gegevens over de belastingafdracht van individuele belastingplichtigen vallen onder de fiscale geheimhoudingsplicht (artikel 67 AWR), met privacy als zwaarwegend belang. Verdere doorbreking hiervan kan de vertrouwensrelatie tussen Belastingdienst en burger schaden, en het belang van de Staat ondermijnen. Beleidsopties die deze privacy aantasten worden daarom niet verder onderzocht.
Hoewel het kabinet de wens tot meer transparantie erkent en bedrijven oproept tot naleving van de Tax Governance Code, blijft het beschermingsprincipe rond individuele belastinggegevens leidend. Hiermee blijft voor het parlement het zicht op structurele belastingpraktijken geborgd, maar blijven details over individuele belastingafdracht afgeschermd.
Lees hier de Kamerbrief
