3. Wat is het verschil tussen ongewenste belangenverstrengeling en tegenstrijdig belang?
De GCC hanteert zowel het begrip ongewenste belangenverstrengeling als het begrip tegenstrijdig belang. Het verschil tussen beide begrippen is subtiel. De WBTR gebruikt alleen het begrip ‘tegenstrijdig belang’. Maar of er nu sprake is van ongewenste belangenverstrengeling of van tegenstrijdig belang, het gaat er in beide gevallen om dat je dit als bestuurder of toezichthouder tijdig herkent en bespreekt, zodat je maatregelen kunt nemen.
Het belang van de organisatie moet altijd voorop staan
Zowel de GCC als de WBTR zijn er duidelijk over: een bestuurder of toezichthouder mag zijn persoonlijke belangen niet boven de belangen van de organisatie laten gaan. Het belang van de organisatie moet altijd voorop staan.
Voorbeelden van ongewenste belangenverstrengeling
Van ongewenste belangenverstrengeling of tegenstrijdig belang kan bijvoorbeeld sprake zijn bij:
- Het geven van opdrachten
- Het doen van aankopen
- Het aangaan van een nevenfunctie of nieuw dienstverband
Denk bijvoorbeeld aan een directeur-bestuurder die een opdracht verstrekt aan een familielid of een toezichthouder die lid van de raad van toezicht is bij twee concurrerende organisaties. In deze situaties kunnen zij niet meer geheel onafhankelijk oordelen en besluiten nemen en weet je niet zeker of ze altijd uitsluitend in het belang van de organisatie zullen handelen.
In het document 'Voorbeelden van mogelijke belangenverstrengeling’ [LINK] vind je meer voorbeelden van situaties en dilemma’s waarmee je in de praktijk te maken kunt krijgen.
Negatieve gevolgen voor de organisatie
Ongewenste belangenverstrengeling en tegenstrijdig belang kunnen vervelende gevolgen hebben voor de organisatie.
Ten eerste kan de organisatie benadeeld worden wanneer een bestuurder of toezichthouder bij opdrachten, aankopen of benoemingen niet uitsluitend het belang van de organisatie vooropstelt, maar ook andere (persoonlijke) belangen die diens onafhankelijkheid in de weg staan.
Ten tweede is het laten voorgaan van persoonlijke belangen schadelijk voor de reputatie van de organisatie. Subsidiegevers, sponsoren, en financiers kunnen hierdoor hun vertrouwen in de organisatie verliezen en hun financiële steun stopzetten.
Zelfs de schijn van belangenverstrengeling kan al negatieve gevolgen voor je organisatie hebben.
4. Hoe handel je in geval van ongewenste belangenverstrengeling en tegenstrijdig belang?
Melden en vooraf goedkeuring vragen
Bestuurders en toezichthouders melden elke vorm van mogelijke ongewenste belangenverstrengeling of tegenstrijdig belang aan de (voorzitter van de) raad van toezicht en verschaffen alle relevante informatie.
Besluiten waarbij tegenstrijdige belangen van toezichthouders of bestuurders (kunnen) spelen, moeten vooraf goedgekeurd worden door de raad van toezicht. De raad van toezicht legt deze besluiten schriftelijk en gemotiveerd vast en rapporteert hierover in het jaarverslag.
Nevenfuncties van bestuurders en toezichthouders moeten ter goedkeuring worden voorgelegd aan de raad van toezicht.
Niet deelnemen aan beraadslaging en besluitvorming
Als een lid van het bestuur of een lid van de raad van toezicht een tegenstrijdig belang heeft, dan mag dat lid, volgens de regels van de WBTR, niet deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming over dat onderwerp. Als alle bestuurders een tegenstrijdig belang hebben, beslist de raad van toezicht. En als die er niet is of als alle leden van de raad van toezicht een tegenstrijdig belang hebben, kan er wel een besluit worden genomen maar moet schriftelijk gemotiveerd worden op basis van welke overwegingen het besluit is genomen.
Ook de GCC stelt dat als er sprake is van tegenstrijdige belangen de betrokken bestuurder of toezichthouder niet mag deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming over het onderwerp. De GCC noemt daarnaast dat deze ook niet mag deelnemen aan de voorbereiding en uitvoering van de betreffende zaak.
Niet goedkeuren of uit het bestuur/ de raad stappen
Wanneer het bestuur of de raad van toezicht tot de conclusie komt dat er sprake is van ongewenste belangenverstrengeling of tegenstrijdig belang, kan dit ertoe leiden dat een opdracht niet wordt verstrekt of dat een nevenfunctie niet wordt goedgekeurd. Een andere mogelijkheid is dat het lid dat tegenstrijdige belangen heeft uit het bestuur of de raad van toezicht stapt.
5. Hoe leg je verantwoording af?
Leg besluiten onderbouwd vast in de notulen en het jaarverslag
Bij elk geval van (mogelijke) ongewenste belangenverstrengeling of tegenstrijdig belang, is het belangrijk helder te onderbouwen op basis van welke afwegingen het besluit genomen is. Neem de afwegingen en het besluit op in de notulen. Vermeld welke afwegingen daarbij zijn gemaakt en hoe het besluit is genomen.
Vermeld ook in je jaarverslag of zich gevallen van ongewenste belangenverstrengeling of tegenstrijdig belang hebben voorgedaan en hoe je daarmee bent omgegaan.
Nevenfuncties van de bestuursleden en toezichthouders vermeld je zowel op de website van je organisatie als in het jaarverslag.
Een transparante aanpak voorkomt dat er negatieve verhalen gaan rondzingen binnen of buiten de organisatie.
Wees open, informeer en betrek je stakeholders
Het kan zinvol zijn om ook je subsidiegevers, donateurs of andere belanghebbenden te informeren wanneer zich een situatie van belangenverstrengeling voordoet. Zelfs wanneer er sprake is van de schijn van belangenverstrengeling kan dit verstandig zijn. Door de stakeholders te betrekken en mee te nemen in de overwegingen, voorkom je verdenkingen en zorg je ervoor dat een genomen besluit niet later moet worden teruggedraaid.
Bereid je voor op kritische vragen en houd zo grip op de communicatie
Bij situaties waarin complexe belangen spelen, is het raadzaam om goed voorbereid te zijn op kritische vragen.
- Wees vanaf het begin open en communiceer dus zelf als eerste.
- Stel een kernboodschap op waarin je het besluit helder onderbouwt.
- Wijs een woordvoerder aan.
6. Hoe voorkom je ongewenste belangenverstrengeling?
Leg de begrippen en een procedure vast in de statuten en reglementen
Leg om te beginnen de begrippen en een procedure voor het omgaan met ongewenste belangenverstrengeling en tegenstrijdig belang vast in de statuten van de stichting of vereniging. Verder uitgewerkte, meer gedetailleerde spelregels kun je opnemen in reglementen.
Wees open, meld het en bespreek het direct
Leg een situatie waarin mogelijk sprake is van ongewenste belangenverstrengeling of tegenstrijdig belang bij jezelf of een medebestuurslid of medetoezichthouder meteen op tafel. Het is belangrijk zo vroeg mogelijk te overleggen over hoe jullie hiermee omgaan. Ook wanneer je twijfelt. Iedereen moet zich vrij voelen om mogelijke gevallen van ongewenste belangenverstrengeling aan de orde te stellen en te bespreken. Voor het creëren van een open cultuur is het cruciaal dat leden van het bestuur en de raad van toezicht het goede voorbeeld geven.
Zelfs als achteraf blijkt dat het vals alarm was, dan is het waardevol dat jullie de risico's hebben gewogen en serieus en integer zijn omgegaan met een mogelijk belangenconflict. Beter te veel vragen gesteld, dan achteraf te moeten constateren dat jullie er te makkelijk mee om zijn gegaan.
Agendeer belangenverstrengeling regelmatig
Integriteit, kritisch vermogen en transparantie zijn bepalende factoren voor goed bestuur en toezicht. Zet het onderwerp belangenverstrengeling daarom regelmatig op de agenda, bij voorkeur wanneer het nog niet speelt.
Je kunt het onderwerp met je bestuur en raad van toezicht bespreken aan de hand van een fictieve case of een actueel praktijkvoorbeeld. In de toolVoorbeelden van mogelijke belangenverstrengeling vind je beschrijvingen van voorbeelden en dilemma’s die je onderling kunt bespreken.
Bij de risico-inventarisatie of zelfevaluatie
De jaarlijkse risico-inventarisatie en de jaarlijkse zelfevaluatie zijn mooie momenten om belangenverstrengeling te agenderen. Door het onderwerp regelmatig met elkaar te bespreken, versterk je het bewustzijn van en de alertheid op (mogelijk) ongewenste belangenverstrengeling en ontwikkel je samen een normenkader.
Tijdens het sollicitatiegesprek
Bespreek belangenverstrengeling tijdens het sollicitatiegesprek met een nieuwe kandidaat-bestuurder of –toezichthouder. Je krijgt dan een indruk van hoe iemand ermee omgaat en merkt of diens normen passen bij de normen die de organisatie belangrijk vindt.