Raad van State: Nederland overtreedt Europese uitgavennorm
Het kabinet Schoof volgt in grote lijnen de nationale begrotingsregels, maar schendt wel de Europese afspraken over uitgaven. Dat concludeert de Raad van State in de Voorjaarsrapportage 2025, waarin het advies uitbrengt over de eerste Voorjaarsnota van dit kabinet.
Raad van State 13 mei 2025
Volgens de Raad houdt het kabinet vast aan het zogeheten trendmatig begrotingsbeleid, waarbij inkomstenmeevallers niet meteen worden uitgegeven en de uitgaven binnen vaste grenzen blijven. Dat zorgt voor voorspelbaar beleid, en aan de nationale regels wordt voldaan.
Maar er zijn ook zorgen. Zo groeien de uitgaven aan zorg en sociale zekerheid door, terwijl investeringen – bijvoorbeeld in infrastructuur of verduurzaming – achterblijven. De Raad vindt dat dit patroon niet past bij de ambities van het kabinet en roept op om dit mee te nemen in de eerder toegezegde analyse van de economische structuur.
Daarnaast vraagt de Raad aandacht voor de financiën van gemeenten. Ondanks extra geld, vooral op korte termijn, blijven de gemeentebudgetten onder druk staan. Zonder goed inzicht in hun inkomsten en uitgaven is het lastig te beoordelen of gemeenten hun taken goed kunnen uitvoeren. Het kabinet zegt hier werk van te maken.
Europese begrotingsregels niet gehaald
Op Europees niveau is het beeld gemengd. Nederland blijft netjes binnen de normen voor het begrotingstekort en de staatsschuld (de zogenoemde correctieve arm van het Stabiliteits- en Groeipact). Maar op het vlak van de preventieve arm – die kijkt naar de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op de lange termijn – gaat het mis.
De Europese Commissie wil dat de Nederlandse uitgaven tussen 2025 en 2028 gemiddeld niet sneller groeien dan 3,2% per jaar. Maar uit cijfers van het CPB blijkt dat de groei eerder richting de 4,9% gaat. Daarmee ligt Nederland duidelijk boven de afgesproken norm.
Volgens de Raad komt dat onder meer door beleid van eerdere kabinetten, hogere zorgkosten door vergrijzing, stijgende rente en minder overgebleven geld aan het eind van het jaar dan voorheen (zogenoemde onderuitputting). Nederland houdt zo te weinig ruimte over om tegenvallers op te vangen, stelt de Raad. Structurele hervormingen blijven volgens het adviesorgaan noodzakelijk.
Verbeterpunten voor de begrotingscyclus
De Raad pleit ook voor verbetering van het begrotingsproces zelf. Zo ontbraken dit jaar opnieuw duidelijke termijnen voor de voorbereiding, waardoor de Voorjaarsnota niet volledig op tijd naar de Tweede en Eerste Kamer kon. De Raad adviseert om, net als bij de Miljoenennota, wettelijke deadlines vast te leggen voor de Voorjaarsnota.
Ook roept de Raad op om de Voorjaarsnota en de Miljoenennota beter af te stemmen op de jaarlijkse aanbevelingen van de Europese Unie – het zogeheten Europees semester.
Tot slot uit de Raad zorgen over het kunstmatig verbeteren van de begroting door onderuitputting alvast in te boeken en prijsbijstellingen niet toe te kennen. Dat roept vragen op over de transparantie van de cijfers en of beleidsdoelen nog realistisch zijn.
Reactie kabinet
Het kabinet onderschrijft de bevindingen van de Raad over het vasthouden aan het trendmatig beleid en het netjes binnen de tekort- en schuldnormen blijven. Het erkent ook de risico’s van oplopende zorguitgaven en belooft daar in de komende Miljoenennota dieper op in te gaan. Ook de aanbevelingen over de Europese regels en geopolitieke risico’s krijgen daarbij aandacht.