Menu

Filter op
content
PONT | Governance

0

Onvoldoende bewijs bij corruptie? Minister verdedigt de wet tegen kritiek van het OM

Ministerie van Justitie en Veiligheid 3 maart 2025

Nieuws

Chess pieces balanced on a scale depicting equality or strategy in decision making.
De Tweede Kamer heeft vragen gesteld aan de minister van Justitie en Veiligheid over de corruptiewetgeving, na een signaal van het Openbaar Ministerie (OM) dat de wetgeving mogelijk niet voldoende is om corruptie effectief aan te pakken. De vragen, ingediend door lid Van Nispen (SP), volgen op berichten in onder andere het Financieele Dagblad.

Reactie van de Minister van Justitie en Veiligheid

Minister van Weel (Justitie en Veiligheid) heeft de vragen beantwoord en benadrukt dat Nederland, samen met internationale anti-corruptiegremia, regelmatig het strafrechtelijke kader voor de bestrijding van corruptie evalueert. Uit het rechtsstaatrapport 2024 van de Europese Commissie blijkt dat Nederland een robuust strafrechtelijk kader heeft. Ook de OESO Working Group on Bribery (WGB) en de Group of States Against Corruption van de Raad van Europa (GRECO) zijn van mening dat de strafbaarstellingen die Nederland hanteert goed functioneren.

De minister heeft aangegeven geen signalen te hebben ontvangen van het OM of de Rijksrecherche dat de huidige wetgeving niet voldoende mogelijkheden biedt om ambtenaren te vervolgen voor corruptie. Wel is het OM bezig met een interne beoordeling van de wet- en regelgeving.

Kernpunten uit de beantwoording

  • Bewijslast van concrete tegenprestatie: Er is kritiek dat het te moeilijk is om corruptie te bewijzen, omdat er onvoldoende bewijs is te leveren dat in ruil voor een gift directe en concrete tegenprestaties zijn geleverd. Het Openbaar Ministerie (OM) waarschuwt dat omkoping nauwelijks te bewijzen is met de huidige wetgeving. De minister stelt echter dat volgens de jurisprudentie van de Hoge Raad een direct verband tussen de gift en een concrete tegenprestatie niet vereist is. Ook omkoping van een tussenpersoon en poging tot omkoping zijn strafbaar.

  • Definitie van corruptie: Willeke Slingerland, lector weerbare democratie, merkt op dat het onduidelijk is wanneer corruptie strafbaar is, omdat het bewijs van een tastbare, directe tegenprestatie en kwade opzet een te klassieke benadering is. In de praktijk gaat het vaak om een netwerk van loyaliteiten en voorkeursbehandelingen op de lange termijn, waarbij giften niet direct verzilverd worden. De minister antwoordt hierop dat strafrechtelijk gezien geen direct verband vereist is tussen de aangenomen gift en een tegenprestatie. Ook het toezeggen van een gift om een voorkeursbehandeling te krijgen, valt onder de strafbaarstelling van omkoping.

  • Handel in invloed: Nederland is een van de weinige Europese landen waar "handel in invloed", oftewel ongeoorloofde beïnvloeding via netwerken, niet expliciet strafbaar is gesteld. Hoewel er geen afzonderlijke bepaling is die ongeoorloofde beïnvloeding strafbaar stelt, benadrukt de minister dat het onrechtmatig bevoordelen van partijen wel bestraft kan worden op basis van de ruime omkopingsbepalingen in het Nederlandse strafrecht. Verschillende media hebben gemeld dat Nederland het enige Europese land is dat ongeoorloofde beïnvloeding niet strafbaar zou hebben gesteld, maar dit wordt door de minister genuanceerd. De Europese Commissie heeft aangegeven dat een groot aantal lidstaten ongeoorloofde beïnvloeding separaat strafbaar heeft gesteld, maar de definities hiervan kunnen sterk afwijken van de definitie in het Verdrag van de Verenigde Naties tegen Corruptie.

    Vervolg

    De minister benadrukt dat de bestrijding van corruptie een prioriteit is voor het kabinet. Na afloop van de Europese trilogen zal worden gekeken of aanpassingen in de nationale wetgeving noodzakelijk zijn.

    Lees hier de Kamerbrief van Minister van Weel
  • Artikel delen

    Reacties

    Laat een reactie achter