Menu

Filter op
content
PONT | Governance

0

Onafhankelijke controle op rijksfinanciën niet versterkt bij keuze minister voor nieuw uitstel

Algemene Rekenkamer 8 april 2025

Nieuws

De minister van Financiën heeft op 4 april 2025 niet voor een structurele oplossing gekozen om de onafhankelijke controle op de rijksfinanciën te versterken. De Algemene Rekenkamer neemt afstand van die keuze. Zo blijven dubbele controlewerkzaamheden bij alle ministeries bestaan en zijn juist meer controleurs nodig. 

De Algemene Rekenkamer roept de Tweede en Eerste Kamer op om in deze slepende kwestie te kiezen voor een fundamentele oplossing voor de versterking van de onafhankelijke controle op de rijksfinanciën. De variant waar de minister na de ministerraad van 4 april voor kiest, leidt bovendien tot de inzet van méér controleurs, daardoor tot toenemende controlelast bij de ministeries en dus tot verspilling van belastinggeld.

Jarenlang gewerkt aan beter controlebestel

De afgelopen jaren zijn diverse varianten uitgewerkt hoe de financiële controle op de rijksoverheid beter kan voldoen aan internationale standaarden en ook doelmatiger kan. Al in januari 2021 heeft de Algemene Rekenkamer de uitkomst van een peer review, een zeer gedegen toets door vooraanstaande rekenkamers (Supreme Audit Institutions) van Zweden, het Verenigd Koninkrijk en Canada naar de Tweede Kamer gestuurd. Belangrijkste aanbeveling: de onafhankelijke controle in Nederland moet versterkt worden. De Algemene Rekenkamer leunt als externe controleur voor haar onderzoek naar de rijksrekening te zwaar op het werk dat de interne controleur Auditdienst Rijk (ADR) uitvoert. De ADR valt onder de minister van Financiën.

Vier jaar later zijn diverse varianten uitgewerkt hoe de financiële controle versterkt kan worden. De uitkomsten zijn wisselend. Eén variant, op verzoek van de minister van Financiën nader in kaart gebracht door oud-Kamerlid Evert Jan Slootweg, zorgt voor een blijvende en goed uitvoerbare verbetering. De minister kiest niet voor deze uitwerking. Hij vindt dat de daarbij horende reorganisatie van zijn interne auditdienst in combinatie met uitbreiding van de Algemene Rekenkamer te ingrijpend is.

Zuiverder rolverdeling en meer onafhankelijke controle

De in het rapport-Slootweg uitgewerkte variant lost veel kwesties op: de Auditdienst Rijk krijgt de zuivere rol van interne auditor, het hele controlebestel wordt sneller en doelmatiger en de onafhankelijke externe controle door de Rekenkamer wordt versterkt. In deze variant vervalt bij de ADR de accountantsfunctie die zij als certificerende interne controleur nu uitoefent. De taak van adviseur voor ministers voor onder meer het financieel beheer blijft bestaan en kan juist zuiver worden ingevuld. In deze variant worden circa 75 medewerkers van de ADR vrijgespeeld en naar diverse ministeries overgeheveld om daar het financieel beheer te versterken. Die noodzaak is de afgelopen jaren uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer bij veel ministeries manifest geworden.

De accountantstaak met certificering komt, volgens het rapport-Slootweg, niet meer ook bij de interne auditor te liggen, maar op één plaats, bij de externe controleur, de Algemene Rekenkamer. Vanwege haar onafhankelijke positie als externe controleur van het Rijk wordt dan de controle versterkt en het bestel zuiverder. Dit is niet alleen in lijn met hoe het in andere EU-landen is georganiseerd, maar ook in lijn met de eisen die de minister van Financiën stelt aan accountants voor grote ondernemingen: ook daar mogen accountantstaken en advies niet door één organisatie worden uitgevoerd.

De Rekenkamer is voorstander van de uitwerking van de commissie-Slootweg. Daarin komen 225 accountants van de ADR bij de Algemene Rekenkamer werken. Zij voeren de controletaken ter plekke op de ministeries uit.

Slootweg laat bovendien zien dat hiermee 56 arbeidsplaatsen voor accountants bij de rijksoverheid worden bespaard. De keuze die de minister maakt vereist juist de aanstelling van méér accountants en kost dus meer. Terwijl de Rekenkamer aan efficiency hecht. De arbeidsmarkt voor accountants is al zeer krap.

Controle efficiënter, resultaat sneller beschikbaar

De Rekenkamer geeft onafhankelijke oordelen over de uitgaven en inkomsten van de staat, zoals door belastingbetalers opgebracht, en over de verantwoording daarover die de regering aflegt. Met de variant-Slootweg worden diverse voorkeuren van het parlement haalbaar. De financiële controle op de rijksoverheid wordt efficiënter – dus met minder controleurs – én kan sneller plaatsvinden. Als de jaarverslagen van de ministers en de oordelen van de Algemene Rekenkamer vroeger in het jaar aan de Tweede Kamer en Eerste Kamer worden aangeboden, heeft dat belangrijke voordelen. De Kamer ontvangt de oordelen over de kabinetsverantwoording over het afgelopen jaar dan al in april in plaats van op de derde woensdag van mei. Lessen uit de verantwoording over afgelopen jaar kunnen dan gebruikt worden bij debatten over de Voorjaarsnota van het kabinet over de lopende begroting en die voor de komende jaren.

Aan deze versterking van de democratische rechtsstaat wil de Algemene Rekenkamer als Hoog College van Staat met een grondwettelijke controletaak haar bijdrage leveren.

Andere varianten leiden niet tot toekomstbestendig controlebestel

De keuze die de minister van Financiën maakt voor verder uitstel, leidt niet tot een toekomstbestendig bestel. De Algemene Rekenkamer vindt, net als experts uit de accountancywereld en het staatsrecht, dat met deze keuze voor aanpassing van het bestel niet de onafhankelijke controle en daarmee de rechtsstaat versterkt wordt. Een uitvoering ‘met trekkingsrecht’ waar de minister voor kiest, vergroot juist de afhankelijkheid van de Algemene Rekenkamer van de ADR. In het rapport Staat van de rijksverantwoording 2023 schreef de Algemene Rekenkamer al op 15 mei 2024 dat die variant maar deels tegemoet komt aan het probleem met de internationale standaarden en vooral juist geen oplossing is om de externe controleur onafhankelijker te maken van de ADR. Die aanpak is niet toekomstbestendig, kost meer en leidt tot meer overlap van controles en dus tot onnodige belasting van ministeries.

De Algemene Rekenkamer roept de Tweede en Eerste Kamer op om in deze slepende kwestie te kiezen voor een fundamentele oplossing voor de versterking van de onafhankelijke controle op de rijksfinanciën. De variant waar de minister na de ministerraad van 4 april voor kiest, leidt bovendien tot de inzet van méér controleurs, daardoor tot toenemende controlelast bij de ministeries en dus tot verspilling van belastinggeld.

Jarenlang gewerkt aan beter controlebestel

De afgelopen jaren zijn diverse varianten uitgewerkt hoe de financiële controle op de rijksoverheid beter kan voldoen aan internationale standaarden en ook doelmatiger kan. Al in januari 2021 heeft de Algemene Rekenkamer de uitkomst van een peer review, een zeer gedegen toets door vooraanstaande rekenkamers (Supreme Audit Institutions) van Zweden, het Verenigd Koninkrijk en Canada naar de Tweede Kamer gestuurd. Belangrijkste aanbeveling: de onafhankelijke controle in Nederland moet versterkt worden. De Algemene Rekenkamer leunt als externe controleur voor haar onderzoek naar de rijksrekening te zwaar op het werk dat de interne controleur Auditdienst Rijk (ADR) uitvoert. De ADR valt onder de minister van Financiën.

Vier jaar later zijn diverse varianten uitgewerkt hoe de financiële controle versterkt kan worden. De uitkomsten zijn wisselend. Eén variant, op verzoek van de minister van Financiën nader in kaart gebracht door oud-Kamerlid Evert Jan Slootweg, zorgt voor een blijvende en goed uitvoerbare verbetering. De minister kiest niet voor deze uitwerking. Hij vindt dat de daarbij horende reorganisatie van zijn interne auditdienst in combinatie met uitbreiding van de Algemene Rekenkamer te ingrijpend is.

Zuiverder rolverdeling en meer onafhankelijke controle

De in het rapport-Slootweg uitgewerkte variant lost veel kwesties op: de Auditdienst Rijk krijgt de zuivere rol van interne auditor, het hele controlebestel wordt sneller en doelmatiger en de onafhankelijke externe controle door de Rekenkamer wordt versterkt. In deze variant vervalt bij de ADR de accountantsfunctie die zij als certificerende interne controleur nu uitoefent. De taak van adviseur voor ministers voor onder meer het financieel beheer blijft bestaan en kan juist zuiver worden ingevuld. In deze variant worden circa 75 medewerkers van de ADR vrijgespeeld en naar diverse ministeries overgeheveld om daar het financieel beheer te versterken. Die noodzaak is de afgelopen jaren uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer bij veel ministeries manifest geworden.

De accountantstaak met certificering komt, volgens het rapport-Slootweg, niet meer ook bij de interne auditor te liggen, maar op één plaats, bij de externe controleur, de Algemene Rekenkamer. Vanwege haar onafhankelijke positie als externe controleur van het Rijk wordt dan de controle versterkt en het bestel zuiverder. Dit is niet alleen in lijn met hoe het in andere EU-landen is georganiseerd, maar ook in lijn met de eisen die de minister van Financiën stelt aan accountants voor grote ondernemingen: ook daar mogen accountantstaken en advies niet door één organisatie worden uitgevoerd.

De Rekenkamer is voorstander van de uitwerking van de commissie-Slootweg. Daarin komen 225 accountants van de ADR bij de Algemene Rekenkamer werken. Zij voeren de controletaken ter plekke op de ministeries uit.

Slootweg laat bovendien zien dat hiermee 56 arbeidsplaatsen voor accountants bij de rijksoverheid worden bespaard. De keuze die de minister maakt vereist juist de aanstelling van méér accountants en kost dus meer. Terwijl de Rekenkamer aan efficiency hecht. De arbeidsmarkt voor accountants is al zeer krap.

Controle efficiënter, resultaat sneller beschikbaar

De Rekenkamer geeft onafhankelijke oordelen over de uitgaven en inkomsten van de staat, zoals door belastingbetalers opgebracht, en over de verantwoording daarover die de regering aflegt. Met de variant-Slootweg worden diverse voorkeuren van het parlement haalbaar. De financiële controle op de rijksoverheid wordt efficiënter – dus met minder controleurs – én kan sneller plaatsvinden. Als de jaarverslagen van de ministers en de oordelen van de Algemene Rekenkamer vroeger in het jaar aan de Tweede Kamer en Eerste Kamer worden aangeboden, heeft dat belangrijke voordelen. De Kamer ontvangt de oordelen over de kabinetsverantwoording over het afgelopen jaar dan al in april in plaats van op de derde woensdag van mei. Lessen uit de verantwoording over afgelopen jaar kunnen dan gebruikt worden bij debatten over de Voorjaarsnota van het kabinet over de lopende begroting en die voor de komende jaren.

Aan deze versterking van de democratische rechtsstaat wil de Algemene Rekenkamer als Hoog College van Staat met een grondwettelijke controletaak haar bijdrage leveren.

Andere varianten leiden niet tot toekomstbestendig controlebestel

De keuze die de minister van Financiën maakt voor verder uitstel, leidt niet tot een toekomstbestendig bestel. De Algemene Rekenkamer vindt, net als experts uit de accountancywereld en het staatsrecht, dat met deze keuze voor aanpassing van het bestel niet de onafhankelijke controle en daarmee de rechtsstaat versterkt wordt. Een uitvoering ‘met trekkingsrecht’ waar de minister voor kiest, vergroot juist de afhankelijkheid van de Algemene Rekenkamer van de ADR. In het rapport Staat van de rijksverantwoording 2023 schreef de Algemene Rekenkamer al op 15 mei 2024 dat die variant maar deels tegemoet komt aan het probleem met de internationale standaarden en vooral juist geen oplossing is om de externe controleur onafhankelijker te maken van de ADR. Die aanpak is niet toekomstbestendig, kost meer en leidt tot meer overlap van controles en dus tot onnodige belasting van ministeries.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter