Huis voor Klokkenluiders: meerderheid werkgevers nog geen goede meldregeling
Van de 2650 werkgevers die hebben meegewerkt aan de Werkgevers Enquête Arbeid 2024 (WEA) heeft 40 procent een aangepaste meldprocedure aan de Wet bescherming klokkenluiders. Maar 26 procent is helemaal niet bekend met een meldprocedure, ondanks dat dit al sinds 2016 verplicht is voor werkgevers met meer dan 50 werknemers.
Huis voor Klokkenluiders 24 juli 2025
Opvallend is dat organisaties zonder een CAO vaker een interne meldregeling hebben dan organisaties met een CAO. Dit blijkt uit een verdiepende analyse van de tweejaarlijkse WEA van TNO over de naleving van de interne meldprocedure Wet bescherming klokkenluiders.
“Het hebben van een goede interne meldregeling is de beste start van de bescherming van melders van misstanden binnen een organisatie”, zegt Wilbert Tomesen, voorzitter Huis voor Klokkenluiders. “Als werknemers veilig kunnen melden en de zekerheid hebben dat een melding respectvol wordt opgepakt, durven zij hun vinger op te steken in het algemeen belang. Een goede meldregeling kan bovendien voorkomen dat klokkenluiders benadeeld worden. Iets wat wij in de praktijk nog te vaak zien gebeuren, ondanks het wettelijke verbod op benadeling.”
Verdiepende analyse Naleving interne meldprocedure Wbk
De Werkgevers Enquête Arbeid (WEA) wordt elke twee jaar uitgevoerd door TNO. In 2024 zijn voor het eerst vragen opgenomen over de interne procedures voor het melden van een vermoeden van een misstand op grond van de Wet bescherming klokkenluiders (Wbk), aangeleverd door het ministerie van BZK en het Huis voor Klokkenluiders. 2650 werkgevers met meer dan 50 werknemers in dienst en uit verschillende sectoren werkten mee aan de enquête.
Resultaten
Hoe groter de organisatie, hoe vaker er een meldregeling aanwezig is. Overkoepelend geven de meeste organisaties aan een procedure voor het melden van vermoedens van misstanden te hebben (74%), echter geeft hiervan 47% aan deze meldregeling niet te hebben aangepast naar aanleiding van de wetswijziging in 2023 naar de Wbk. Over het geheel heeft slechts 40% van alle werkgevers een aangepaste meldprocedure aan de Wbk. De overige 60% geeft aan: een meldprocedure te hebben die niet is aangepast (34%), niet te weten of er überhaupt een meldprocedure aanwezig is (16%) of geen meldprocedure te hebben (10%).
Opmerkelijk is dat organisaties zonder een CAO vaker een meldregeling hebben dan organisaties met een CAO. Organisaties met een meldprocedure zijn tevens minder vaak lid van een werkgeversvereniging (54%) dan organisaties met een meldprocedure (62%). Dit lijkt onlogisch, omdat je zou verwachten dat cao-organisaties, die doorgaans formeler georganiseerd zijn en vaker onder invloed van vakbonden staan, eerder een meldprocedure zouden hebben. Dit maakt dat er nader kan worden bekeken of er sprake is van toeval of dat er een reden voor is.
Subsectoren
Subsectoren waar relatief vaak (85% of meer) een meldprocedure aanwezig is, zijn verhuur van en handel in onroerend goed (98%), zware industrie (86%) en openbaar bestuur en overheidsdiensten (85%). In de bouwnijverheid (57%), logiesverstrekking en eet- en drinkgelegenheden (58%), en verhuur van roerende goederen en zakelijke dienstverlening (60%) is er relatief weinig een interne meldprocedure aanwezig. In de detailhandel (21%) en landbouw en voedingsmiddelen (20%) voldoen organisaties het minst vaak aan de eisen van de Wbk over verschillende manieren van melden: schriftelijk, telefonisch, via een spraakberichtensysteem of in een persoonlijk gesprek, én dat meldingen kunnen worden gedaan bij ten minste één onafhankelijk persoon.
Naleving op meldregeling
“Het is goed dat deze eerste nulmeting heeft plaatsgevonden”, zegt Tomesen. “Ook van de honderden adviesverzoekers die zich jaarlijks bij het Huis melden, horen we regelmatig dat ze niet weten of er een meldregeling binnen de eigen organisatie is. We zijn daarom blij dat we als Huis toezichts- en sanctiebevoegdheden krijgen op verschillende onderdelen uit de Wbk, zoals minister Uitermark van BZK vorige week nog bevestigde. Zo kunnen we organisaties met preventie en kennis ondersteunen op het hebben van een juiste meldregeling en dit door handhaving eventueel afdwingen.”