Op 11 februari 2025, heeft Human Rights in Finance.EU (HRIF.EU) een juridische spoedprocedure gestart tegen het Ministerie van Financiën. Aanleiding is de herhaalde weigering om – in afwijking van eerdere harde toezeggingen – openheid te geven over beleidsafspraken met De Nederlandsche Bank (DNB) en de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) over transactiemonitoring door banken.
Twee fundamentele kwesties staan centraal. Ten eerste weigert Financiën de overstap naar een rechtmatig meldsysteem voor verdachte transacties. Ten tweede blijkt uit vertrouwelijke informatie dat Financiën een gedoogafspraak maakte met DNB en de banken om illegale, privacy-schendende gezamenlijke transactiemonitoring door de vingers te zien. HRIF.EU eist nu spoedige en volledige openbaarheid over deze afspraken.
Waarom eist HRIF.EU inzage in deze beleidsstukken?
Financiën weigert al jaren om over te stappen naar het rechtmatiger Europese meldsysteem
Sinds 2022 heeft DNB aanbevolen om over te stappen op een meldsysteem dat alleen verdachte transacties rapporteert (circa 45.000 per jaar), in plaats van het huidige
“sleepnet” dat jaarlijks 2 miljoen ongebruikelijke transacties omvat. Dit unieke Nederlandse systeem leidt tot massale privacyschendingen, inefficiëntie en juridisch problematische situaties.
“De Minister erkent dat het systeem is vastgelopen, maar weigert het te hervormen. Dat is niet alleen disproportioneel, maar ook juridisch onhoudbaar,” stelt Simon Lelieveldt, voorzitter van HRIF.EU.
“Sinds 2022 negeert het Ministerie bewust de aanbevelingen van DNB. De belofte aan het parlement om zorgvuldig naar een snelle overgang te kijken, blijkt vooral theater.”
HRIF.EU heeft al langer achter de schermen aangedrongen op die overgang maar krijgt geen gehoor. Wij weten dat de stukken die Financiën nu al ruim een half jaar achterhoudt, zullen aantonen dat in 2022 de overstap eerder bijna een feit was, maar toen op het laatst moment niet doorging. Meest belangrijk is dat die overstap eenvoudig en pragmatisch uit te voeren is.
“Juist omdat deze documenten dat kunnen bevestigen, houdt het Ministerie ze verborgen.” aldus Lelieveldt.
Geheime gedoogafspraak rond illegale gezamenlijke transactiemonitoring
HRIF.EU vroeg ook de beleidsstukken op over de grootschalige monitoring van banktransacties door banken in het verband van Transactie Monitoring Nederland (TMNL). Dit was een bedrijf van vijf grote banken die drie jaar lang zonder wettelijke grondslag gegevens verzamelden en analyseerden. Het leidde tot massale privacyschendingen. Ondanks herhaalde waarschuwingen van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) over de onrechtmatigheid, bleven Financiën en DNB de banken hierin steunen.
Voor HRIF.EU is het verkrijgen van de WOO-stukken van groot belang. Als duidelijk is dat het Ministerie van Financiën en DNB in juli 2023 achter de schermen wisten, op grond van de brief van de Autoriteit Persoonsgegevens, dat de monitoring ook niet door een wet rechtmatig zou kunnen worden, kantelt hiermee de hele rechtszaak die HRIF.EU tegen DNB heeft lopen over het door
DNB blijvend gedogen van de overtreding van artikel 10 door vijf betrokken banken. Zowel de ontvankelijkheid als het procesbelang van de Stichting HRIF.EU staan dan definitief buiten kijf.
HRIF.EU beschikt over bewijs dat tussen 2021 en 2024 circa 2 miljard bijzondere persoonsgegevens van particulieren zijn verwerkt. Dit betreft betalingen waaruit religie, medische status, levensovertuiging of politieke voorkeur blijkt. Financiën en DNB zouden dit bewust hebben gedoogd. Juridisch gezien is daarmee de vraag aan de orde of deze organisaties – zeker na juli 2023 – samen met de NVB niet ook als medeplegers van de AVG-schending zouden kunnen worden aangemerkt. HRIF.EU is dat op dit moment aan het bestuderen.
Wat zegt de Autoriteit Persoonsgegevens hierover?
Recent werd overigens ook duidelijk dat de Autoriteit Persoonsgegevens door de banken om de tuin is geleid. In een interview op
Privacy Web verklaarde AP-voorzitter Aleid Wolfsen:
“Ons is altijd verteld, maar we hebben er nooit onderzoek naar gedaan, dat bij die transacties monitoring weliswaar werd ingezet, maar met name voor bedrijven. Dus niet voor persoonsgegevens van burgers.” Ook was er onvoldoende capaciteit om een onderzoek uit te voeren, stelt hij.
Hieruit blijkt dat banken onvolledige en daarmee onjuiste informatie gaven en dat Financiën en DNB hen lieten begaan met gezamenlijke monitoring die in strijd met diverse wetten was.
Schending van fundamentele rechten
HRIF.EU benadrukt in haar voorlopige voorziening aan de Rechtbank dat de weigering van Financiën om openbaarheid te geven over de beleidsstukken in strijd is met belangrijke regels uit het Europese en internationale recht. Het gaat dan om:
Het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten: Dit verdrag waarborgt in artikel 19 het recht op toegang tot overheidsinformatie. Door informatie achter te houden, belemmert het Ministerie de uitoefening van deze rechten,
Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie: Dit artikel garandeert een eerlijk proces. Het gebrek aan transparantie en documentatie belemmert HRIF.EU in haar juridische inspanningen om de gedooghouding van DNB te bewijzen,
De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG): De verwerking van miljarden transacties en 2 miljard bijzondere persoonsgegevens zonder wettige grondslag is verboden als er geen wet is die dit toestaat. Financiën wist hiervan al in April 2021, kon dit voorkomen, maar liet de monitoring toch doorgaan.
Wat vraagt HRIF.EU van de Rechtbank Amsterdam?
HRIF.EU vraagt dat de rechtbank Financiën opdracht geeft om uiterlijk eind maart 2025 de documenten openbaar te maken. Dit is essentieel voor het publieke debat en juridische procedures. Daarnaast vraagt HRIF.EU om een hoge dwangsom voor elke dag dat Financiën later is dan voortvloeit uit de opdracht en uitspraak van de Rechtbank.
“De kernvraag is of het Ministerie van Financiën mensenrechten respecteert,” aldus Simon Lelieveldt. “Faciliteerde Financiën, samen met DNB en de NVB, het bancaire sleepnet? Gaat men bewust tegen DNB’s eigen advies in? En werd ons WOO-verzoek tegengehouden vanwege het parlementair debat in januari?”
Wij hopen met onze voorlopige voorziening de rechter te kunnen overtuigen dat het publiek recht heeft op deze informatie en dat het Ministerie het aan zijn stand verplicht is hieraan ten volle mee te werken. Er staat ons immers een veel grotere toekomst met AI-gedreven monitoring en analyses te wachten. Transparantie van deze informatie is cruciaal om te begrijpen of het Ministerie van Financiën en DNB serieus te vertrouwen zijn als hoeder van mensenrechten.
Simon Lelieveldt: ‘De stukken zullen straks duidelijk maken hoe het zit. Behartigen Financiën en DNB als organen van de staat onze mensenrechten of is dit alles slechts lippendienst voor de bühne?‘
U begrijpt dat ook wij reuze benieuwd zijn naar wat we straks gaan lezen! Maar eerst is het nog even wachten wat de Rechtbank oordeelt. Een datum van de zitting is nog niet bekend.
Het beroep is inmiddels geregistreerd onder nummer AMS25/980 en de voorlopige voorziening onder AMS25/979.