Menu

Filter op
content
PONT | Governance

0

Genderbalans in bedrijfsleven blijft achter: ‘Vooruitgang stagneert’

Sociaal-Economische Raad 11 maart 2025

people sitting on chair near glass window during daytime
De vooruitgang in de man-vrouwverhouding in de top van het Nederlandse bedrijfsleven lijkt tot stilstand gekomen. Dat blijkt uit de SER Scorecard 2025, die jaarlijks inzicht geeft in de genderbalans binnen besturen, raden van commissarissen en de subtop van grote bedrijven. Hoewel meer dan 4.000 bedrijven hun cijfers rapporteerden over 2023, zijn de verbeteringen minimaal.

Sinds de invoering van de Wet ingroeiquotum en streefcijfers begin 2022 zijn grote bv’s en nv’s verplicht om streefcijfers te formuleren voor een evenwichtigere man-vrouwverdeling. Ook moeten ze jaarlijks rapporteren over hun voortgang én aangeven hoe ze die doelen willen behalen.

Uit de meest recente cijfers blijkt dat het aandeel vrouwelijke bestuurders licht is toegenomen tot gemiddeld 15,3%, maar dat de vertegenwoordiging van vrouwen in raden van commissarissen juist iets is gedaald naar 25,7%. De verhouding vrouw-man was eind 2023 gemiddeld 1 op 5,5 in besturen, en 1 op 2,9 in de rvc’s.

De daling in de rvc’s lijkt deels te verklaren door een zogenoemd compositie-effect: bedrijven die al langer rapporteren, scoren gemiddeld beter dan bedrijven die pas sinds kort deelnemen.

In de subtop is het aandeel vrouwen met 0,3 procentpunt toegenomen tot 26,6%. Daarmee loopt het bedrijfsleven nog altijd achter op de bredere arbeidsmarkt, waar vrouwen bijna de helft (47,3%) van de beroepsbevolking uitmaken. In grote bedrijven ligt dat aandeel op slechts 32,2%.

Ambities verschillen sterk

De meeste bedrijven richten hun streefcijfers op een aandeel van ongeveer 30% vrouwen in de (sub)top. Toch lopen de ambities flink uiteen. Zo heeft 57% van de bedrijven een doel van meer dan 30% gesteld voor de rvc, 43% voor het bestuur en 41% voor de subtop. Opvallend is dat een kleine groep bedrijven zelfs een streefcijfer van 0% noteerde — iets wat niet is toegestaan onder de wet.

Van de benoemingen in 2023 was 29% een vrouw in het bestuur (tegenover 27% in 2022) en 40% in de rvc (een daling ten opzichte van 45% een jaar eerder). Toch had eind 2023 nog altijd bijna 60% van de besturen en ruim 30% van de rvc’s geen enkele vrouw.

Ook op het gebied van actieplannen is nog een wereld te winnen: 40% van de bedrijven had eind 2023 een formeel plan van aanpak, een lichte stijging ten opzichte van 2022.

Grote verschillen per sector

De genderbalans blijkt sterk te verschillen per sector. In de bouwnijverheid zijn vrouwen in het bestuur nog sterk ondervertegenwoordigd (7,3%), terwijl de zorg en welzijnssector met 30,7% aan kop gaat. Voor de rvc’s loopt het aandeel uiteen van 13,8% in zakelijke dienstverlening tot ruim 40% in de energievoorziening.

SER roept op tot gezamenlijke actie

De SER benadrukt dat verdere vooruitgang alleen mogelijk is als bedrijven er actief werk van maken. Via onder meer de SER Dataverkenner, dialoogsessies en de SER Topvrouwen Database ondersteunt de raad bedrijven bij het uitwisselen van kennis en het versnellen van de genderdiversiteit.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter