Menu

Filter op
content
PONT | Governance

0

Terugblik 2025 en vooruitblik 2026: klokkenluiders

Nu het einde van het jaar nadert, is het een goed moment om terug te blikken op 2025 en vooruit te kijken naar 2026. In deze editie staat alles in het teken van klokkenluiders: wat speelde er dit jaar rond de wet- en regelgeving inzake klokkenluiders en wat mogen we volgend jaar verwachten? Docent en advocaat Danny Theunis laat zijn licht schijnen op de belangrijkste ontwikkelingen en trends.

12 december 2025

Special

Special

Het jaar 2025 stond wat klokkenluiders betreft voornamelijk in het teken van onderzoek. Wat dat betreft, begon het jaar meteen goed. Op 21 januari 2025 nam de Tweede Kamer liefst vijf moties aan die betrekking hebben op de uitwerking van de Wet Bescherming klokkenluiders (‘Wbk’).1 De moties riepen op tot onderzoek wat ervoor nodig om klokkenluiders die werkzaam zijn bij inlichtingen- en veiligheidsdiensten in het kader van anonimiteit en veiligheid beter te kunnen beschermen en dit te betrekken bij het wetsvoorstel aanpassing Wbk. Daarnaast werd de regering opgeroepen te onderzoeken welke constateringen van de autoriteiten voldoende grondslag bieden om overtreders van de Wbk (werkgevers) nu al te sanctioneren en de wetswijzigingen die het Huis voor Klokkenluiders handhavings- en sanctiebevoegdheid geven al in werking te laten treden.

De onderdelen in de Wbk die het Huis voor Klokkenluiders (‘het Huis’) handhavings- en sanctiebevoegdheden zullen geven (art. 3a lid 3 sub e en art. 17i Wbk) zijn evenwel nog niet in werking getreden. Dat komt omdat uit onderzoek dat namens de regering is uitgevoerd, bleek dat diverse wetswijzigingen en andere uitwerking noodzakelijk zijn om tot een toezichtstelsel te komen dat juridisch houdbaar en ook goed uitvoerbaar is.2 Geconstateerd werd (terecht) dat de normen zoals het niet hebben van een interne meldprocedure of het onjuist bejegen van een melder onvoldoende duidelijk zijn en dat het opvolgen van aanbevelingen van het Huis juridisch onhoudbaar is omdat aanbevelingen van het Huis niet bindend zijn.3 De regering is dus vooralsnog behoed voor een gevaarlijke combinatie van onvoldoende doordachte wetgeving en de wens van de Tweede Kamer die wetgeving zo snel mogelijk in te voeren. Het valt vanuit bescherming van werkgevers te hopen dat het (demissionaire of nieuwe) kabinet en de nieuwe Tweede Kamer hier anders in staan. Zo niet, dan kan 2026 een jaar worden waarin werkgevers met handhaving en sancties geconfronteerd kunnen worden wat betreft de behandeling van klokkenluidersmeldingen; wellicht sneller dan menig organisatie zich zal realiseren.

1 Kamerstukken II, 2024/25, 35851, nrs. 66, 67, 69, 70 en 72.
2 Kamerstukken II, 2024/25, 35851, nr. 74, pag. 5 e.v.
3 Adviesrapport ‘Juridisch vooronderzoek naar enkele toezichts- en handhavingsbepalingen uit de Wet bescherming klokkenluiders’ bijlage bij Kamerstukken II, 2024/25, 35851, nr. 62 en Kamerstukken II, 2024/25, 35851, nr. 74, pag. 5.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter