Vanaf 2026 krijgen gemeenten onvoldoende geld van het rijk om hun taken uit te voeren. Het kabinet kort het gemeentefonds dan met maar liefst € 2,4 miljard. We noemen dat niet voor niets het ravijn, omdat 75% van de gemeenten dan in de rode cijfers terecht komt. De gevolgen? Minder woningbouw, ontoegankelijke zorg, afbrokkelende veiligheid, verschraling van voorzieningen en minder steun voor wie dit juist het hardst nodig heeft.
Dit kan niet zo doorgaan: het kabinet moet ingrijpen!
De komende Voorjaarsnota is het allerlaatste moment waarop het kabinet gemeenten kan behoeden voor een onmogelijke opdracht. Hoe willen we ooit aan de slag gaan met kabinetsambities zoals het aanpakken van het woningtekort, bestaanszekerheid, groene groei of zorg voor onze ouderen en kinderen als gemeenten kapot bezuinigd worden? Er moeten voldoende middelen voor gemeenten vrijgemaakt worden.
Met het Overhedenoverleg op 17 maart, het Tweede Kamerdebat over de financiën van decentrale overheden op 26 maart, en de kabinetsbesprekingen over de Voorjaarsnota in aantocht, moeten we nu onze stem laten horen. Ons doel? De financiële problemen van gemeenten opgelost krijgen.
Waar gaat het mis?
Krimp gemeentefonds
Gemeenten in Nederland zijn (in tegenstelling tot in de meeste Europese landen) voor gemiddeld 70% van hun inkomsten afhankelijk van het rijk. Als dat ineens minder wordt, merken gemeenten dat meteen. Het vorige kabinet heeft een nieuwe financieringssystematiek voor het gemeentefonds aangekondigd en vooruitlopend daarop een korting op het gemeentefonds doorgevoerd vanaf 2026. Die nieuwe systematiek is er nooit echt gekomen, maar de korting is wel blijven staan. Dat betekent dat gemeenten vanaf 2026 minder geld krijgen, terwijl ze wel al hun taken moeten blijven uitvoeren. Een bezuiniging dus.
Verkeerde ramingen
Daarbij is er nog een flinke financiële tegenvaller. Gemeenten krijgen te weinig geld van het rijk om de stijgende kosten door inflatie, vergrijzing en bevolkingsgroei op te vangen. Dat komt door een nieuw financieringssysteem voor inflatiecompensatie, dat gebaseerd is op ramingen van het Centraal Planbureau (CPB). Het probleem? Het CPB heeft de inflatie de afgelopen 7 jaar steeds te laag ingeschat. Hierdoor krijgen gemeenten jaarlijks € 400 miljoen te weinig.
Jeugdzorg
Gemeenten zijn wettelijk verplicht om zorgtaken uit te voeren, ook als ze daar onvoldoende geld voor krijgen van het rijk. Uiteraard proberen gemeenten zo efficiënt mogelijk te werk gaan om kosten te besparen. De
Hervormingsagenda Jeugd (2023) is daar een voorbeeld van, een ambitieus plan om de jeugdzorg te verbeteren en financieel gezond te maken. Helaas gaat dat laatste niet lukken, constateert de onafhankelijke adviescommissie-Van Ark in januari 2025 in haar advies.
De commissie Van Ark adviseert daarom om de besparingen voorlopig terug te draaien en gemeenten voldoende geld te geven om de jeugdzorgtaken gewoon uit te kunnen voeren. In november heeft het kabinet al gezegd dat ze dit advies heel serieus zouden nemen. Op 17 maart spreken we hierover met het kabinet en verwachten we een duidelijk antwoord.