In haar artikel bespreekt Branda Katan recente klimaat- en milieuzaken tegen grote bedrijven zoals Shell, ING en Tata Steel, waarbij zij als advocaat vaak de verdediging van ondernemingen op zich neemt. Ze constateert een toename van juridische acties door ngo's en burgers die bedrijven aansprakelijk stellen voor hun impact op duurzaamheid, mensenrechten en milieu. Dit fenomeen zal waarschijnlijk groeien door onvoldoende overheidsactie op het gebied van duurzaamheid en door nieuwe duurzaamheidswetgeving vanuit Den Haag en Brussel, die ook private partijen als handhavers ziet.
Katan is echter sceptisch over de effectiviteit van aansprakelijkstelling voor het bewerkstelligen van echte gedragsverandering bij bedrijven, omdat procedures lang duren en vaak pas na vele jaren resulteren in een onherroepelijke uitspraak. Ze stelt dat overheidscontrole, ondanks beperkingen, doorgaans effectiever is. Verder signaleert zij een groeiende invloed van ngo’s die, ondersteund door de nieuwe wetgeving zoals de CSDD-richtlijn en CSRD, gemakkelijker actie kunnen ondernemen tegen bedrijven.
Katan benadrukt dat verandering in de vraag van consumenten waarschijnlijk de sterkste prikkel voor duurzaamheid zou zijn, maar ziet weinig hoop op snelle maatschappelijke veranderingen. Zij concludeert dat publiekrechtelijke normen, ondersteund door stevig toezicht en effectieve wetgeving op EU-niveau zoals de Green Deal, de meest effectieve methoden zijn om bedrijven tot duurzamer gedrag aan te zetten.