Een
systematische integriteitsrisicoanalyse (SIRA) stelt accountantsorganisaties beter in staat om te voorkomen dat zij of hun cliënten betrokken raken bij strafbare feiten zoals: terrorismefinanciering, cybercrime of witwassen. Ook kan het helpen om de impact hiervan te beperken. De diversiteit en complexiteit van dergelijke integriteitsrisico’s neemt steeds verder toe door externe ontwikkelingen. Een juiste toepassing van de SIRA is daarmee extra relevant.
Middelgrote accountantsorganisaties uit onderzoek beschikken nu over SIRA-beleid
Dit is een verbetering ten opzichte van het
onderzoek uit 2017-2018, toen dit veelal ontbrak. De integriteitsrisico’s in het beleid zijn nog wel vrij algemeen geformuleerd en daarmee niet voldoende afgestemd op de cliëntenportefeuille. Daarnaast worden nieuwe integriteitsrisico’s, zoals cybercrime en greenwashing, nog onvoldoende in de analyse betrokken.
Uitvoering integriteitsrisicobeleid vaak nog te beperkt van scope
De meeste bevindingen in het onderzoek hebben betrekking op het niet, of onvoldoende identificeren van integriteitsrisico’s in de opdrachtacceptatie- en -continuatiefase. Dat heeft zijn doorwerking in de kwaliteit van de risicoanalyse en de uitvoering van (controle)werkzaamheden. Branche-specifieke integriteitsrisico’s ontbreken bijvoorbeeld vaak.
Onduidelijk waarom bepaalde integriteitsrisico’s wel of niet worden meegewogen
Er wordt door de accountantsorganisaties nu vaak nog onvoldoende vastgelegd waarom de geïdentificeerde integriteitsrisico’s uiteindelijk wel of niet worden meegewogen in hun risicoanalyse. Risico’s worden hierdoor te impliciet overwogen en ook niet voldoende vastgelegd.
Getroffen waarborgen tegen onderkende integriteitsrisico’s nog ontoereikend
Op geïdentificeerde integriteitsrisico’s worden nu in meer dan de helft van de gevallen nog onvoldoende (specifieke) werkzaamheden verricht om het integriteitsrisico tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen. Daarnaast worden kwaliteitswaarborgen onvoldoende specifiek ingezet.
Gezamenlijk themaonderzoek AFM en BFT door snijvlak van toezichtvelden
Het onderzoek is voor het eerst samen uitgevoerd door AFM en BFT, omdat het onderwerp zich bevindt op een snijvlak van toezichtvelden; integere en beheerste bedrijfsvoering accountantsorganisaties en de naleving van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft).