De krachtens artikel 19, eerste lid, van de Woningwet toegelaten rechtspersonen.
De Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel te Den Haag.
De Stichting ProDemos – Huis voor democratie en rechtstaat te Den Haag.
De Oorlogsgravenstichting te Den Haag.
De Stichting Europa Decentraal, Kenniscentrum Europees Recht en Beleid voor decentrale overheden te Den Haag.
De Vereniging Nederlandse Woonbond te Amsterdam.
De Stichting A+O Fonds Rijk te Den Haag.
De Stichting Bouwkwaliteit te Rijswijk.
De Stichting Platform 31 te Den Haag.
De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen te Zoetermeer.
De Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw te Hilversum.
Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland.
De drinkwaterbedrijven, bedoeld in artikel 1 van de Drinkwaterwet.
De privaatrechtelijke en openbare rechtspersonen die scholen als bedoeld in de artikelen 1 en 193 van de Wet op het primair onderwijs in stand houden, alsmede de openbare scholen, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, die anders dan door een privaatrechtelijke of openbare rechtspersoon in stand worden gehouden, behoudens de privaatrechtelijke rechtspersoon die tevens een instelling is als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet toelating zorginstellingen of een in Nederland gevestigde rechtspersoonlijkheid bezittende jeugdhulpaanbieder, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.
De rechtspersoon, bedoeld in artikel 68 van de Wet op het primair onderwijs.
De samenwerkingsverbanden, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs.
De privaatrechtelijke en openbare rechtspersonen die scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra in stand houden, alsmede de openbare scholen, bedoeld in dat artikel, die anders dan door een privaatrechtelijke of openbare rechtspersoon in stand worden gehouden, behoudens de privaatrechtelijke rechtspersoon die tevens een instelling is als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet toelating zorginstellingen of een in Nederland gevestigde rechtspersoonlijkheid bezittende jeugdhulpaanbieder, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.
De rechtspersoon, bedoeld in artikel 69 van de Wet op de expertisecentra.
De rechtspersonen die scholen als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 in stand houden, alsmede de openbare scholen, bedoeld in dat artikel, die anders dan door een privaatrechtelijke of openbare rechtspersoon in stand worden gehouden, behoudens de privaatrechtelijke rechtspersoon die tevens een instelling is als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet toelating zorginstellingen of een in Nederland gevestigde rechtspersoonlijkheid bezittende jeugdhulpaanbieder, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.
De samenwerkingsverbanden, bedoeld in artikel 1.1 van de Wet voortgezet onderwijs 2020.
De rechtspersonen, bedoeld in artikel 3.34 van de Wet voortgezet onderwijs 2020.
Het Instituut voor Leerplanontwikkeling (SLO) te Enschede.
Het Instituut voor Toetsontwikkeling (CITO) te Arnhem.
De Stichting Centrum voor Innovatie van Opleidingen (CINOP) te ’s-Hertogenbosch.
De Stichting WorldSkills Netherlands (WSNL) te Waddinxveen.
De instellingen, bedoeld in de artikelen 1.1.1 en 12.3.8 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, behoudens de privaatrechtelijke rechtspersoon die tevens een instelling is als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet toelating zorginstellingen of een in Nederland gevestigde rechtspersoonlijkheid bezittende jeugdhulpaanbieder, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.
De Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven, bedoeld in artikel 1.5.1, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs.
De rechtspersonen, bedoeld in de artikelen 2.2.9 en 7.4.7 van de Wet educatie en beroepsonderwijs.
De instellingen, bedoeld in artikel 1.2, onderdeel a, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
De landelijke en regionale publieke media-instellingen, NPO, RPO en de Ster, bedoeld in artikel 1.1 van de Mediawet 2008.
De instellingen, bedoeld in artikel 2.146, onderdelen i en j, van de Mediawet 2008.
De instellingen die een vierjaarlijkse instellingssubsidie ontvangen krachtens artikel 4a van de Wet op het specifiek cultuurbeleid.
Stichting Dedicon te Grave.
De Coöperatie SURF U.A. te Utrecht.
De Nederlands – Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) te Den Haag.
De Stichting EP-Nuffic te Den Haag.
Platform Talent voor Technologie (PTvT) te Utrecht.
De Stichting Kennisnet te Zoetermeer.
De netbeheerders, bedoeld in artikel 1, onderdeel k, van de Elektriciteitswet 1998, met uitzondering van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, bedoeld in artikel 1, onderdeel j, van de Elektriciteitswet 1998.
De netbeheerders, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Gaswet, met uitzondering van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, bedoeld in artikel 1, onderdeel n, van de Gaswet.
De Stichting Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieprodukten, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet voorraadvorming aardolieproducten 2001.
Edelmetaal Waarborg Nederland B.V. te Joure.
WaarborgHolland B.V. te Gouda.
Gecertificeerde instellingen als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.
De in Nederland gevestigde rechtspersoonlijkheid bezittende jeugdhulpaanbieders, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet, behoudens de jeugdhulpaanbieders die tevens een instelling zijn als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet toelating zorginstellingen.
Rechtspersonen waarbij vertrouwenspersonen als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet werkzaam zijn, behoudens de rechtspersonen die tevens een instelling zijn als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet toelating zorginstellingen.
De stichting Vilans te Utrecht.
De stichting Movisie te Utrecht.
De stichting Nederlands Jeugdinstituut/NJi te Utrecht.
Instellingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet toelating zorginstellingen, waaronder begrepen de academische ziekenhuizen, bedoeld in artikel 1.13, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, maar met uitzondering van instellingen die uitsluitend forensische zorg verlenen als bedoeld in het Interimbesluit forensische zorg.
De rechtspersoon, bedoeld in artikel 3 van de Wet inzake bloedvoorziening.
Patiëntenfederatie Nederland te Utrecht.
MIND Landelijk Platform Psychische Gezondheid te Amersfoort.
De Stichting LOC, Zeggenschap in zorg te Utrecht.
De Stichting PGOsupport te Utrecht.
De vereniging Ieder-In te Utrecht.
Veilig Thuis-organisaties als bedoeld in artikel 4.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
Het College donorgegevens kunstmatige bevruchting, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting.
De in Nederland gevestigde particuliere justitiële jeugdinrichtingen die zijn aangewezen krachtens artikel 3b, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, behoudens de inrichtingen die onderdeel uitmaken van een rechtspersoonlijkheid bezittende jeugdhulpverlener als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.
De rechtspersoon die is aangewezen krachtens artikel 7, eerste lid, van de Wet Justitie-subsidies.
Het Halt-bureau, bedoeld in artikel 48f, onderdeel c, van de Wet Justitie-subsidies.
De reclasseringsinstellingen die zijn aangewezen krachtens de in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde algemene maatregel van bestuur, behoudens de reclasseringsinstellingen die tevens een instelling zijn als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet toelating zorginstellingen.
Een samenwerkingsverband van reclasseringsinstellingen, bedoeld in artikel 48e, eerste lid, van de Wet Justitie-subsidies.
De voorziening, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Wet op de rechtsbijstand.
[Vervallen.]
De rechtspersoon die is aanvaard krachtens de artikelen 254, tweede lid, en 302, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.
De stichting, bedoeld in artikel 17.10 van de Omgevingswet.
De Stichting Radio Nederland Wereldomroep, bedoeld in artikel 2.72 van de Mediawet 2008.
Het Waarborgfonds Motorverkeer, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen.
Het informatiecentrum, bedoeld in artikel 27b, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen.
Stichting Wageningen Research te Wageningen.
Regelgeving die op dit bijlage is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit bijlage als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit bijlage
Beleidsregels WNT 2020
bijlage: bij artikel I van de Beleidsregels WNT 2020
Beleidsregels WNT 2021
bijlage: bij artikel I van de Beleidsregels WNT 2021
Beleidsregels WNT 2022
bijlage: bij artikel I van de Beleidsregels WNT 2022
Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015
artikel: 120
Regeling bezoldiging topfunctionarissen Ontwikkelingshulp-sector
artikel: 1
Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp
artikel: 1
Regeling Controleprotocol WNT 2022
bijlage: bij de Regeling Controleprotocol WNT 2022
Regeling Controleprotocol WNT 2023
bijlage: bij de Regeling Controleprotocol WNT 2023
Regeling Controleprotocol WNT 2024
bijlage: bij de Regeling Controleprotocol WNT 2024
Regeling normering topinkomens OCW-sectoren
artikel: 1, 6, 7
Wet normering topinkomens
artikel: 1.3
Wijzigingswet Wet educatie en beroepsonderwijs, enz. (overgang wettelijke taken van kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven naar Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven)
artikel: VI
(27-03-2025)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
Aanhangig |
||||||||
|
Aanhangig |
||||||||
|
Aanhangig |
||||||||
|
wijziging |
16-04-2015 |
Stb. 2015, 170
|
||||||
|
01-01-2026 |
wijziging |
11-12-2024 |
17-02-2025 |
|||||
|
01-04-2025 |
wijziging |
25-08-2023 |
23-10-2024 |
Stb. 2024, 325
|
||||
|
wijziging |
18-04-2024 |
06-06-2024 |
||||||
|
wijziging |
12-02-2020 |
05-04-2023 |
||||||
|
wijziging |
27-01-2021 |
29-11-2021 |
||||||
|
wijziging |
10-06-2020 |
07-07-2021 |
||||||
|
wijziging |
11-11-2021 |
26-11-2021 |
||||||
|
wijziging |
30-09-2021 |
30-09-2021 |
||||||
|
wijziging |
05-02-2020 |
06-03-2020 |
||||||
|
wijziging |
13-12-2019 |
13-12-2019 |
||||||
|
t/m 01-01-2018 |
wijziging |
22-05-2019 |
11-06-2019 |
|||||
|
wijziging |
16-10-2018 |
16-10-2018 |
||||||
|
wijziging |
22-03-2017 |
31-05-2017 |
||||||
|
t/m 01-01-2017 |
wijziging |
22-03-2017 |
31-05-2017 |
|||||
|
wijziging |
07-06-2017 |
07-06-2017 |
||||||
|
wijziging |
30-11-2015 |
30-11-2015 |
||||||
|
t/m 01-01-2015 |
wijziging |
30-11-2015 |
30-11-2015 |
|||||
|
wijziging |
11-02-2015 |
20-04-2015 |
||||||
|
wijziging |
20-03-2015 |
Stb. 2015, 145
|
16-06-2015 |
|||||
|
wijziging |
16-06-2015 |
16-06-2015 |
||||||
|
wijziging |
05-11-2014 |
14-11-2014 |
||||||
|
t/m 01-01-2013 |
wijziging |
19-06-2014 |
19-06-2014 |
|||||
|
nieuwe-regeling |
15-11-2012 |
15-11-2012 |
||||||
|
wijziging |
23-03-2012 |
15-11-2012 |
||||||
|
wijziging |
20-12-2012 |
20-12-2012 |
||||||
|
wijziging |
06-12-2012 |
15-11-2012 |
||||||
Opmerkingen
1) Artikel VI van Stb. 2015/170 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.Deze wijziging treedt niet meer in werking. De wijziging is ingetrokken door Stb. 2017/43.
2) Inwerkingtreding voorheen door Stb. 2024/325 gesteld op 1 januari 2025.
3) Abusievelijk is een wijziging geformuleerd die niet kan worden doorgevoerd.
4) Treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector in werking treedt.
