Indien toepassing wordt gegeven aan de bevoegdheid tot het toerekenen van een sanctie of het opleggen van een boete, bedoeld in respectievelijk, artikel 7 en artikel 8, wordt, voordat deze ten uitvoer worden gebracht, de Tweede Kamer der Staten-Generaal van het voornemen daartoe in kennis gesteld. De bevoegdheden, genoemd in de vorige volzin, worden slechts ten uitvoer gebracht nadat vier weken zijn verstreken na het in kennis stellen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, tenzij de Tweede Kamer der Staten-Generaal zich binnen deze termijn tegen de sanctie heeft uitgesproken.
(20-12-2018)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
04-06-2015 |
04-06-2015 |
||||||
nieuwe-regeling |
11-12-2013 |
11-12-2013 |