Menu

Filter op
content
PONT | Governance

0

Artikel 5 : Vaststelling individuele referentiewaarde voor het EMU-saldo

  • 1

    De individuele referentiewaarde voor het EMU-saldo omvat naast het eigen aandeel, ook het aandeel in het EMU-saldo van een openbaar lichaam dat is ingesteld bij een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen, waaraan de decentrale overheid deelneemt, voor zover dit aandeel aan de deelnemende decentrale overheid moet worden toegerekend.

  • 2

    Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels stellen omtrent:

    • a.

      de bepaling van de individuele referentiewaarde voor het EMU-saldo, zowel voor de raming zoals deze uit de begroting kan worden afgeleid, als voor de realisatie nadat de begroting is uitgevoerd;

    • b.

      het toerekenen van het aandeel van een openbaar lichaam als bedoeld in het eerste lid, in de individuele referentiewaarde voor het EMU-saldo aan de deelnemende decentrale overheden.

  • 3

    Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Onze Minister van Infrastructuur en Milieu stellen in overeenstemming met Onze Minister van Financiën de individuele referentiewaarden voor de decentrale overheden vast.

Informatie geldend op 20-12-2018

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(20-12-2018)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

14-12-2013

nieuwe-regeling

11-12-2013

Stb. 2013, 531

33416

11-12-2013

Stb. 2013, 531