Dit boek behandelt het overheidstoezicht op particuliere verzekeringsondernemingen in al zijn facetten. De tweede druk is geheel geactualiseerd qua wetgeving, jurisprudentie en literatuur. In de afgelopen twee jaar is de toezichtwetgeving behoorlijk veranderd. Na een korte historische schets wordt een analyse gegeven van de kernbegrippen van het toezicht respectievelijk de kenmerken waaraan een verzekeringsbedrijf moet voldoen.
Daarna worden de wettelijke toezichtvereisten voor verzekeraars uitvoerig belicht, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen prudentiële en niet-prudentiële voorschriften. Tevens wordt onder meer ingegaan op de rol van de toezichthouders, hun toezichtinstrumentarium en hun onderlinge samenwerking op nationaal en internationaal niveau. Ook is er de nodige aandacht, meer dan in de eerste druk, voor verzekeringsgroepen en financiële conglomeraten. Tenslotte worden enkele specifieke verzekeringsbranches met hun toezichteisen belicht alsook de geheel of gedeeltelijk van de wet vrijgestelde verzekeraars.
De auteurs zijn beiden al geruime tijd werkzaam op het terrein van het verzekeringsbedrijf en het verzekeringstoezicht.