Een recent onderzoek van Centerdata, in opdracht van het ministerie van Financiën en in samenwerking met DUFAS en de NVB, keek naar de effectiviteit van waarschuwingen bij laagrisico beleggingsproducten. Het doel was om te onderzoeken hoe consumenten met onvoldoende spaargeld beter kunnen worden ontmoedigd om te beleggen, zonder dat spaarders met voldoende buffer onnodig worden afgeschrikt.
Het onderzoek testte een alternatieve waarschuwing voor laagrisico beleggingsproducten, zoals goed gediversifieerde exchange traded funds (ETFs) en beleggingsfondsen. De resultaten laten zien dat de nieuwe waarschuwing subtiel in de gewenste richting werkt, maar er is geen onomstotelijk bewijs dat deze effectiever is dan de huidige.
De aanleiding voor dit onderzoek is de toenemende populariteit van zelf beleggen, mede door digitalisering. Uit de Consumentenmonitor van de AFM blijkt dat 15 procent van de beleggers minder dan €5.000 spaargeld achter de hand heeft, waardoor zij kwetsbaar zijn voor financiële tegenvallers. Tegelijkertijd laat ander onderzoek zien dat bijna de helft van de Nederlandse huishoudens voldoende buffer heeft om te beleggen, maar dat niet doet.
De nieuwe waarschuwing van Centerdata luidt:
“De waarde van uw belegging kan schommelen. Beleg voor minimaal 5 jaar en houd spaargeld achter de hand. Zo voorkomt u dat u moet verkopen met verlies.” Deze waarschuwing verschilt van de huidige doordat hij (1) naar verwachting zorgt voor een betere inschatting van de risico’s en (2) handelingsperspectief biedt door te differentiëren naar spaarbuffer.
Hoewel de nieuwe waarschuwing gemiddeld niet effectiever blijkt dan de bestaande, lijkt er binnen een kleine groep consumenten met interesse in beleggen wél een gewenst effect te zijn. Bij respondenten met voldoende buffer was de intentie om te beleggen het hoogst, terwijl deze juist het laagst was bij consumenten met onvoldoende spaargeld, wanneer de nieuwe waarschuwing opvallend werd getoond.
Een veldexperiment met een broker bevestigde dit patroon. Consumenten die de nieuwe waarschuwing zagen bij het aanmaken van een account, hadden vaker een hogere spaarbuffer dan degenen die de oude waarschuwing kregen. Dit suggereert dat de nieuwe waarschuwing mensen met weinig spaargeld mogelijk afschrikt, terwijl spaarders met een buffer niet worden ontmoedigd. De resultaten waren echter statistisch niet significant.
De minister van Financiën roept aanbieders van beleggingsproducten en -diensten op om verder te experimenteren met effectieve waarschuwingen en hierover in gesprek te gaan met de AFM. De minister hoopt dat marktpartijen nieuwe inzichten vertalen naar waarschuwingen die beter werken binnen de wettelijke kaders.