Menu

Filter op
content
PONT | Governance

0

Nieuw wetsvoorstel over transparantie maatschappelijke organisaties verdeelt de Kamer

Redactie PONT | Governance 5 februari 2025

Nieuws

brown and beige concrete building under blue sky during daytime
In de Tweede Kamer heeft het debat over de Wet transparantie en tegengaan ondermijning door maatschappelijke organisaties (Wtmo) diepe verdeeldheid blootgelegd. Dit wetsvoorstel beoogt meer inzicht te geven in donaties aan maatschappelijke organisaties en ondermijning tegen te gaan. Het initiatief wordt zowel geprezen als bekritiseerd. Voorafgaand aan het debat uitten organisaties zoals Goede Doelen Nederland, NOC*NSF, Partos en Vereniging NOV hun zorgen. Hoewel zij het belang van een veilige samenleving erkennen, vinden zij de voorgestelde maatregelen te ingrijpend en schadelijk.

Beoogde maatregelen en nieuwe bevoegdheden

Het wetsvoorstel introduceert onder meer een bewaarplicht van zeven jaar voor gegevens over donaties en donateurs, en biedt burgemeesters en het Openbaar Ministerie (OM) de bevoegdheid om inzage te vragen bij vermoedens van ondermijning. Het OM kan daarnaast de rechter verzoeken om maatregelen te treffen tegen organisaties die de democratische rechtsorde ondermijnen. Het belangrijkste doel is het tegengaan van ongewenste buitenlandse invloeden, zoals financiering van moskeeën uit onvrije landen en intimidatie door buitenlandse ambassades. Voorstanders van de wet, zoals de VVD, benadrukken het belang van het beschermen van de democratische samenleving tegen deze invloeden. Zij wijzen op signalen van onvrije beïnvloeding in Nederland en pleiten ervoor om de wet mogelijkheden te bieden om op te treden tegen ondermijning binnen maatschappelijke organisaties.

Aanpak van ondermijning in maatschappelijke organisaties

Een belangrijk aspect van het wetsvoorstel is de aanpak van ondermijning, waaronder activiteiten als het opzetten van parallelle rechtssystemen, verkiezingsbeïnvloeding en structurele discriminatie. Hoewel de wet zich niet uitsluitend richt op buitenlandse invloeden, is er nadruk op het tegengaan van binnenlandse geldstromen die schadelijk kunnen zijn voor de samenleving. Het wetsvoorstel versterkt de samenwerking tussen burgemeesters, het OM en de politie, zodat er sneller kan worden ingegrepen bij signalen van ondermijning. Burgemeesters kunnen bijvoorbeeld donatie-inzichten opvragen wanneer zij vermoedens hebben van ondermijnende activiteiten.

Kritiek op proportionaliteit en administratieve lasten

Toch is er veel kritiek op de proportionaliteit van de wet. Tegenstanders, waaronder GroenLinks-PvdA en D66, vrezen dat de wet een grote regeldruk met zich meebrengt, vooral voor kleinere organisaties en goede doelen. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) noemde het oorspronkelijke wetsvoorstel zelfs "praktisch onwerkbaar". Er heerst onduidelijkheid over wat precies een "substantieel bedrag" is en hoe kleine donaties, zoals giften in natura, geregistreerd zouden moeten worden. Ook is er bezorgdheid over de mogelijke willekeur en subjectiviteit bij de interpretatie van het begrip "ondermijning". Er is vrees dat de wet gebruikt kan worden om kritische organisaties en meningen aan te pakken, aangezien de formulering van het wetsvoorstel als te vaag wordt gezien.

Bezorgdheid over rechtsbescherming en politisering

Daarnaast wordt er kritiek geleverd op het feit dat organisaties op verzoek informatie over donaties moeten aanleveren, zonder voldoende mogelijkheden om zich tegen zo’n verzoek te verweren. De rol van de burgemeester wordt als problematisch gezien, met zorgen over de politisering van het ambt. Kritici beweren dat de wet te breed is en dat deze alle maatschappelijke organisaties raakt, in plaats van zich te richten op de 'rotte appels'. Er wordt gepleit voor een meer gerichte aanpak, bijvoorbeeld door alleen te focussen op donaties uit onvrije landen.

Voorstellen voor alternatieven en amendementen

Er zijn verschillende alternatieven en amendementen voorgesteld. Zo wordt er gepleit voor een drempelbedrag, bijvoorbeeld €15.000, om de administratieve lasten voor kleinere organisaties te verlichten. Ook is er voorgesteld om via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) meer duidelijkheid te verschaffen over wat een substantieel bedrag is en hoe dit moet worden geregistreerd. De SGP pleit voor een risicogerichte aanpak, waarbij organisaties met een laag risico op buitenlandse beïnvloeding onder een beperkter regime komen. Daarnaast zijn er voorstellen voor een evaluatie van de wet en voor jaarlijkse monitoring van de toepassing van de bevoegdheden.

Oproep voor een evenwichtige oplossing

Samenvattend laat het debat zien dat de Wtmo een gevoelig onderwerp is, met legitieme zorgen over de proportionaliteit, regeldruk en rechtszekerheid. Terwijl de noodzaak om ongewenste beïnvloeding aan te pakken breed wordt erkend, zijn er grote twijfels over de manier waarop dit wetsvoorstel dat beoogt. Het is duidelijk dat de wet in de huidige vorm nog niet op brede steun kan rekenen, en dat er veel discussie nodig is om tot een werkbare en evenwichtige oplossing te komen.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter