Europese Centrale Bank waarschuwt voor risico's bij versoepeling duurzaamheidsrapportage
De Europese Centrale Bank (ECB) heeft een officiële reactie gepubliceerd op voorstellen van de Europese Commissie om de regels rond duurzaamheidsrapportage en due diligence voor bedrijven te vereenvoudigen. ECB waarschuwt voor risico's van versoepeling duurzaamheidsregels. Hoewel het doel van minder administratieve lasten wordt gesteund, waarschuwt de ECB dat sommige versoepelingen de risico’s voor investeerders, de economie en de duurzaamheidsdoelen van de EU kunnen vergroten.
Europese Centrale Bank 12 mei 2025
Een van de kernpunten in de reactie is dat het aantal bedrijven dat onder de Europese richtlijn voor duurzaamheidsrapportage (de CSRD) valt, niet te sterk moet worden beperkt. De aanbeveling is om rapportageverplichtingen te behouden voor bedrijven met 500 of meer werknemers.
Kritiek op de voorgestelde wijziging van de CSRD
De reactie volgt op het zogeheten Omnibus I-pakket dat de Europese Commissie eind februari presenteerde. Dat pakket stelt voor om de regels rond duurzaamheidsrapportage, due diligence en aanverwante EU-wetgeving – waaronder de CSRD, de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD), de Taxonomieverordening en het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) – aanzienlijk te vereenvoudigen. De CSRD was bedoeld als een stevige uitbreiding van de eerdere Non-Financial Reporting Directive (NFRD). Onder de nieuwe regels zouden ruim 50.000 bedrijven duurzaamheidsinformatie moeten rapporteren, tegenover circa 12.000 onder de oude richtlijn. De rapportages moeten voldoen aan Europese duurzaamheidsstandaarden (ESRS) en gaan onder meer over milieu-impact, mensenrechten, sociale normen en duurzaamheidsrisico’s.
Essentie van betrouwbare duurzaamheidsinformatie
Volgens de ECB is betrouwbare, geharmoniseerde duurzaamheidsinformatie onmisbaar. Deze informatie is essentieel voor het sturen van kapitaal richting duurzame activiteiten, het inschatten van financiële risico’s en het voorkomen van verkeerde investeringsbeslissingen. Goede duurzaamheidsinformatie is bovendien nodig voor de uitvoering van toezicht op financiële stabiliteit en monetair beleid. Klimaat- en natuurrisico’s hebben immers grote invloed op de economie en het financiële systeem.
Oplossing: vereenvoudigde rapportage voor middelgrote bedrijven
Het plan om 80% van de bedrijven uit de CSRD te halen, stuit op kritiek. Dit zou de toegang tot belangrijke gegevens – zoals broeikasgasemissies – beperken. Ook grote vervuilers, waaronder fossiele energiebedrijven, zouden buiten de rapportageverplichting vallen. Daarnaast vallen veel kredietinstellingen en bedrijven die nu nog rapporteren onder de NFRD, buiten het nieuwe bereik, terwijl ESG-risico’s niet noodzakelijk samenhangen met de omvang van een onderneming. Een alternatief voorstel van de ECB is om bedrijven met 500 tot 1.000 werknemers op te nemen in de CSRD, maar met vereenvoudigde en proportionele rapportagestandaarden, passend bij hun schaal en activiteiten.
Kritiek op uitbreiding naar buitenlandse bedrijven
Ook het plan om buitenlandse bedrijven ruimer onder de CSRD te brengen, roept zorgen op. Dit kan leiden tot ongelijke concurrentie en een nadeel vormen voor Europese ondernemingen. De aanbeveling is om dit onderdeel te laten vervallen.
Gevaar van greenwashing
Hoewel vrijwillige standaarden voor kleinere bedrijven worden toegejuicht, worden ook risico’s benoemd. Denk aan zelfselectie – waarbij alleen bedrijven met positieve duurzaamheidsresultaten rapporteren – en het risico op greenwashing.
Cruciale datapunten moeten behouden blijven
Ten slotte wordt benadrukt dat het verminderen van datapunten niet mag betekenen dat cruciale informatie verdwijnt. Data over klimaatverandering (ESRS E1) en biodiversiteit (ESRS E4) moeten behouden blijven, gezien het belang voor het beoordelen van fysieke en transitierisico’s.
Sectorspecifieke informatie blijft nodig
De Commissie heeft aangekondigd geen sectorspecifieke standaarden meer te ontwikkelen. Volgens de ECB is sectorspecifieke informatie echter noodzakelijk om bijvoorbeeld bedrijven binnen een sector goed te kunnen vergelijken. In afwezigheid van zulke standaarden wordt aangeraden om sectorspecifieke richtsnoeren te ontwikkelen, zodat implementatie per sector meer uniform verloopt.