Minister Judith Uitermark van Binnenlandse Zaken heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van de uitvoerbaarheidstoets decentrale overheden (UDO), die sinds januari 2023 een belangrijke rol speelt in het betrekken van provincies, gemeenten en waterschappen bij de ontwikkeling van rijksbeleid. Het doel van de UDO is om beleid te creëren dat niet alleen goed uitvoerbaar is, maar ook aansluit bij de specifieke behoeften van verschillende regio’s in Nederland.
De UDO maakt deel uit van het Beleidskompas en vormt een verplicht onderdeel van de beleidsontwikkeling. Het biedt een platform voor het Rijk en de medeoverheden om vanaf de start van het beleidsvormingsproces samen te werken. Zo kan de uitvoerbaarheid van beleid al vroeg in kaart worden gebracht, waarbij de ervaringen en kennis uit de praktijk van de medeoverheden een belangrijke rol spelen.
Minister Uitermark benadrukt dat het succes van de UDO afhangt van de samenwerking tussen het Rijk en de decentrale overheden. Het vinden van de juiste balans tussen het ambitieniveau van het beleid, de beschikbare middelen en de uitvoeringskracht is cruciaal voor het realiseren van de grote opgaven waar Nederland voor staat. Daarbij is het belangrijk om oog te hebben voor regionale verschillen, zodat beleid niet alleen op papier goed is, maar ook in de praktijk goed werkt.
Om de werking van de UDO verder te verbeteren, kondigt de minister aan dat er extra stappen worden gezet om de bekendheid van het instrument te vergroten. Er zullen coördinatiepunten op elk departement komen en praktische ondersteuning worden geboden, bijvoorbeeld door het delen van praktijkvoorbeelden en een aangepaste handleiding. Ook is er een samenwerking met het ministerie van Justitie en Veiligheid in het vooruitzicht om de bekendheid binnen de betrokken organisaties verder te versterken.
Hoewel het nog te vroeg is voor een definitieve beoordeling, wordt de UDO in 2028 geëvalueerd. Minister Uitermark biedt de Kamer aan om een technische briefing te ontvangen over de voortgang, zodat het parlement goed geïnformeerd blijft over de impact van dit instrument.
