In de recent ingediende jaarrapportage van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) over 2023, voorgezeten door De Nederlandsche Bank (DNB), worden cruciale ontwikkelingen en resultaten op het gebied van het Nederlandse betalingsverkeer gepresenteerd onder leiding van demissionair minister van Financiën, Steven van Weyenberg (D66).
Het MOB richtte zich in 2023 voornamelijk op het versterken van de toegankelijkheid van het betalingsverkeer. Dit omvatte onder andere het behoud van contant geld als essentiële betaaloptie, vooral voor kwetsbare groepen. Uit het rapport blijkt dat het gebruik van contant geld aan de kassa stabiel is gebleven, wat aantoont dat het nog steeds een belangrijke rol speelt in de samenleving.
Een ander speerpunt was de aanpak van de negatieve effecten van de-risking op de toegang tot betaaldiensten. De risicogebaseerde benadering zoals voorgeschreven door de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) werd besproken, waarbij banken worden aangemoedigd om deze benadering proportioneel toe te passen.
Het rapport benadrukt ook de inspanningen van het MOB om fraude in het betalingsverkeer te verminderen, hoewel de totale fraudekosten nog steeds significant zijn. Verdere acties werden
voorgesteld om slachtofferschap te verminderen en de veiligheid te vergroten.
Europese ontwikkelingen, zoals de herziening van de richtlijn betaaldiensten (PSD3) en de verordening betreffende instantovermakingen, werden ook besproken. Deze initiatieven streven naar een betere bescherming van consumenten en een uniforme aanpak binnen de EU.
Tot slot omvatte de jaarrapportage een zelfevaluatie van het MOB, waaruit bleek dat de deelnemers over het algemeen tevreden zijn met de werking ervan, maar ook dat er ruimte is voor verbetering, met name in de taakopdracht en operationele efficiëntie.
In zijn brief aan de voorzitter benadrukt de minister van Financiën, van Weyenberg, het belang van een veilig, betrouwbaar en toegankelijk betalingsverkeer voor alle Nederlanders. Hij onderstreept de voortdurende betrokkenheid bij de resultaten en de toekomstige ontwikkelingen van het MOB.